17698 |
nier |
nier:
neer (L429p Guttecoven)
|
nier [N 10 (1961)]
III-1-1
|
34149 |
niet bevrucht |
leeg:
lɛx (L429p Guttecoven),
mans:
mau̯ws (L429p Guttecoven)
|
Niet bevrucht bij dekking, gezegd van de koe. [N C, 19; N C, 18]
I-11
|
24716 |
niet gedijen |
niet aarden:
WLD
neet aardə (L429p Guttecoven)
|
Niet goed groeien, gezegd van planten (niet tieren, niet aarden). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
33447 |
niet gehalveerde poortvleugel |
poort:
[poort] (L429p Guttecoven)
|
Een scharnierende poort bestaat meestal uit twee vertikaal verdeelde planken helften of vleugels. Bedoeld wordt een poortvleugel die niet zelf nog eens gehalveerd is. Zie voor dit laatste het lemma "gehalveerde poortvleugel" (4.1.7). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18.c bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42a; monogr.]
I-6
|
21654 |
niet gunnen |
intrekken:
ingetrog (L429p Guttecoven)
|
ze wordt niet gegund, i.v.m. de openbare verkoping van b.v. een boerderij [de boerderij is opgehouden?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
22131 |
niet meer aankomen na de wedstrijd |
achterblijven:
achter blievə (L429p Guttecoven)
|
niet meer aankomen na de wedstrijd? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
20167 |
niet zindelijk |
niet zuiver:
neet zūūver (L429p Guttecoven)
|
onzindelijk; de aandrang der natuurlijke behoeften niet beheersend; onzindelijk, gezegd van kinderen [N 86 (1981)]
III-2-2
|
25172 |
nieuwe maan |
jong licht:
jôonk leeg (L429p Guttecoven)
|
schijngestalte van de maan: nieuwe maan [donkere maan] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
22319 |
nieuwjaar |
nieuwjaarsdag:
nuujaorsdaag (L429p Guttecoven)
|
1 januari, de eerste dag van het nieuwe jaar [ni-jjaor]. [N 96C (1989)]
III-3-2
|
22616 |
nieuwjaar wensen |
verrassen:
verrasje (L429p Guttecoven)
|
Nieuwjaar wensen, Nieuwjaar winnen, afwinnen. [N 96C (1989)]
III-3-2
|