e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Guttecoven

Overzicht

Gevonden: 4202
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bibberen rijderen: riejere (Guttecoven), #NAME?  riejere (Guttecoven) beven [rijde, ridde, riere, rijgele, rijere] [N 10a (1961)] || bibberen, bibberen [SGV (1914)] III-1-2
biddag bededag: bèèdaag (Guttecoven) Een dag van aanbidding van het Allerheiligste in de loop van het jaar, per parochie verschillend [biddag, bèèjdaag?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bidden beden: (Guttecoven), zich beden: zig bèèe (Guttecoven) bidden [SGV (1914)] || Bidden, beden, zich beden [bidde, bèèje, zich bèèje, zich bèëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bidden uit dankbaarheid beden tot dankzegging: tot dankzèkking (Guttecoven) Bidden uit dankbaarheid [danke?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bidstoel bedestoel: bɛ̄sjtōl (Guttecoven) Een bidstoel met knie- en armsteun, waarop men alleen maar geknield kan zitten [prie-Dieu?]. [N 96A (1989)] III-3-3
biechten (gaan) biechten (gaan): bichte (Guttecoven) biechten [SGV (1914)] III-3-3
biechtstoel biechtstoel: bichsjtool (Guttecoven) De biechtstoel, het meestal houten optrekje waarin de priester biechthoort [biech(t)sjtool?]. [N 96A (1989)] III-3-3
bieden bieden: Opm. betekent ook: wachten.  beije (Guttecoven) bieden [SGV (1914)] III-3-1
bier bier: beijr (Guttecoven) bier [SGV (1914)] III-2-3
bierpap slemp: slemp (Guttecoven) Bierpap (beerslemp?) [N 16 (1962)] III-2-3