23285 |
paus |
paus:
paus (L429p Guttecoven)
|
paus [SGV (1914)]
III-3-3
|
20414 |
peetoom |
peternonk:
pèternonk (L429p Guttecoven, ...
L429p Guttecoven),
pêternoank (L429p Guttecoven)
|
peetoom [SGV (1914)] || peetoom (de oom naar wien iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] || peter (de man, wiens naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20415 |
peettante |
paat:
paat (L429p Guttecoven)
|
meter (de vrouw, die het kind ten doop houdt en wier naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
19400 |
pendule |
pendule:
pendule (L429p Guttecoven),
penduulle (L429p Guttecoven)
|
Klok op de schoorsteenmantel (pendule, horloge) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
20842 |
peper |
peper:
pèper (L429p Guttecoven)
|
peper [DC 03 (1934)]
III-2-3
|
22446 |
periode van de ijsheiligen |
ijsdagen:
iesdaag (L429p Guttecoven)
|
De periode van de ijsheiligen, 11-14 mei; op deze dagen kan het zeer koud zijn. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
17911 |
persen |
persen:
pêsje (L429p Guttecoven)
|
persen [SGV (1914)]
III-1-2
|
33566 |
perzik |
pche (fr.):
peisj (L429p Guttecoven)
|
perzik [SGV (1914)]
I-7
|
18281 |
pet: algemeen |
pats:
patsj (L429p Guttecoven, ...
L429p Guttecoven)
|
Hoe noemt men de pet, die bij het werk gedragen wordt? Welken vorm heeft deze? Indien geen pet, maar een muts door de mannen wordt gedragen, hoe noemt men deze dan? Welken vorm heeft ze? [DC 09 (1940)] || pet [SGV (1914)]
III-1-3
|
24927 |
petroleum |
ptrole (fr.):
pètròl (L429p Guttecoven)
|
petroleum, minerale licht ontvlambare stof die vooral tot verlichting in lampen en als brandstof wordt gebruikt [petrol, peter-, stink-, bron-, brom-, gasolie] [N 81 (1980)]
III-4-4
|