e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Guttecoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
paus paus: paus (Guttecoven) paus [SGV (1914)] III-3-3
peetoom peternonk: pèternonk (Guttecoven, ... ), pêternoank (Guttecoven) peetoom [SGV (1914)] || peetoom (de oom naar wien iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] || peter (de man, wiens naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)] III-2-2
peettante paat: paat (Guttecoven) meter (de vrouw, die het kind ten doop houdt en wier naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)] III-2-2
pendule pendule: pendule (Guttecoven), penduulle (Guttecoven) Klok op de schoorsteenmantel (pendule, horloge) [N 79 (1979)] III-2-1
peper peper: pèper (Guttecoven) peper [DC 03 (1934)] III-2-3
periode van de ijsheiligen ijsdagen: iesdaag (Guttecoven) De periode van de ijsheiligen, 11-14 mei; op deze dagen kan het zeer koud zijn. [N 88 (1982)] III-3-2
persen persen: pêsje (Guttecoven) persen [SGV (1914)] III-1-2
perzik pche (fr.): peisj (Guttecoven) perzik [SGV (1914)] I-7
pet: algemeen pats: patsj (Guttecoven, ... ) Hoe noemt men de pet, die bij het werk gedragen wordt? Welken vorm heeft deze? Indien geen pet, maar een muts door de mannen wordt gedragen, hoe noemt men deze dan? Welken vorm heeft ze? [DC 09 (1940)] || pet [SGV (1914)] III-1-3
petroleum ptrole (fr.): pètròl (Guttecoven) petroleum, minerale licht ontvlambare stof die vooral tot verlichting in lampen en als brandstof wordt gebruikt [petrol, peter-, stink-, bron-, brom-, gasolie] [N 81 (1980)] III-4-4