21635 |
biljet van vijftig gulden |
briefje van vijftig:
ei breefke van fieftig (L429p Guttecoven)
|
50 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21878 |
billijk |
schappelijk:
sjappəlik (L429p Guttecoven)
|
redelijk, gezegd van de prijs voor een artikel [schappelijk, billijk, civiel] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
29408 |
binder |
binder:
bęnjǝr (L429p Guttecoven)
|
Degene die achter de maaier of aflegger aankomt en die de door hem gemaakte geleggen tot schoven bindt. Vergelijk ook het lemma ''aflegger'' (4.4.4). Soms is door de zegsman de opgave van de mannelijke vorm aangevuld met de aanduiding van de vaak voorkomende vrouwelijke vorm; waar deze afleiding onregelmatig is, is deze hier ook aangegeven. [N 15, 15c en 26; monogr.]
I-4
|
34306 |
binnenbeer |
binnenbeer:
benǝbē̜r (L429p Guttecoven)
|
Mannelijk varken dat door geslachtelijke afwijking niet als zodanig herkenbaar is. Men noemt een varken een binnenbeer, als het slecht gesneden is of als men het moeilijk kan castreren. Doorgaans is het een mannelijk varken waarbij de teelballen niet zijn ingedaald. [N 19, 10; JG 1a, 1b, 1d; L 37, 49e; monogr.; N 76, 10 add.]
I-12
|
33347 |
binnendeur tussen woonhuis en stal |
gangdeur:
gaŋk˱`dø̄r (L429p Guttecoven)
|
De deur die vanuit het woonhuis toegang geeft tot de aangrenzende stal(len). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). [N 5A, 32b]
I-6
|
19444 |
binnenplaats |
goed:
goot (L429p Guttecoven),
op het goed:
op het good (L429p Guttecoven)
|
Plaats die bij een huis hoort en omsloten is door muren (binnenplaats, plaatsje, plein, werft, court) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
21820 |
binnensmonds praten |
murmelen:
moermələ (L429p Guttecoven)
|
binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18225 |
binnenstebuiten |
averechts:
avëregts (L429p Guttecoven)
|
binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
18529 |
binnenzak |
binnentas:
binnetèsj (L429p Guttecoven)
|
binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
22689 |
bioscoop |
cinema:
sinəmā (L429p Guttecoven)
|
Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|