e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Guttecoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tepel, tet dem: dęm (Guttecoven), mam: mam (Guttecoven) Het afzonderlijk melkgevend orgaan van het varken of de tepel. [N 19, 19a; JG 1a, 1b; L 49, 6d; A 30, 6d; G 1, 6d; monogr.] I-12
ter begrafenis gaan ter lijk gaan: ter liek goan (Guttecoven) een begrafenis gaan bijwonen [begaan, te lijk gaan, ter bier gaan, gaan kezen, op de korte snee gaan] [N 87 (1981)] III-2-2
terras berm: berm (Guttecoven), terras: terras (Guttecoven), zitje: zitje (Guttecoven) Stuk grond voor een huis, hoger gelegen dan het omliggende terrein, als zitplaats ingericht (plentjes, berm, terras) [N 79 (1979)] III-2-1
theelepeltje theelepeltje: tealèpelke (Guttecoven) theelepeltje (suikerlippelke) [N 20 (zj)] III-2-1
theepot theepot: téapot (Guttecoven) pot waarin thee wordt gezet [N 20 (zj)] III-2-1
thuis bij ons: bie oas (Guttecoven) thuis [SGV (1914)] III-2-1
tien-guldenstuk gouden tientje: ein gouwe tiéntje (Guttecoven) tien-guldenstuk, een ~ [N 21 (1963)] III-3-1
tiend belasting: de belasting (Guttecoven), tiende: teenj (Guttecoven) tiend [SGV (1914)] || tiende: Datgene wat, in natura of geld, aan de belasting moet worden afgestaan van de opbrengst van het land [de tiend?] [N 21 (1963)] III-3-1
tientje van de rozenkrans tientje: tientje (Guttecoven) Een tientje van de Rozenkrans [n jezets?]. [N 96B (1989)] III-3-3
tijdelijke aflaat tijdelijke aflaat: tiedelek aaflaot (Guttecoven) Een tijdelijke aflaat. [N 96B (1989)] III-3-3