17700 |
urineren |
pissen:
pissen (L429p Guttecoven, ...
L429p Guttecoven),
zeiken:
zęi̯kǝ (L429p Guttecoven)
|
urineren van een mens [N 38 (1971)] || Vloeibare ontlasting hebben, gezegd van vee. [N 38, 18b; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11, III-1-1
|
22465 |
vaandel |
vaan:
vaan (L429p Guttecoven)
|
De aan de stok gedragen doek met de kleuren of emblemen van een vereniging of gilde [vaandel, vendel, vaan]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22466 |
vaandeldrager |
vaandeldrager:
vaandeldraeger (L429p Guttecoven)
|
Degene die het vaandel draagt in een schutterij, gilde [vaandrig, venderik, afferis, vendelzwaaier]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
34061 |
vaars |
vaars:
vēš (L429p Guttecoven),
vɛs (L429p Guttecoven),
vɛš (L429p Guttecoven)
|
Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20]
I-11
|
19492 |
vaatdoek |
schotelsplag:
šōtəlsplak (L429p Guttecoven)
|
vaatdoek [SGV (1914)]
III-2-1
|
25283 |
vadem, maat van uitgestrekte armen |
vadem:
vāām (L429p Guttecoven)
|
de maat die de afstand aangeeft tussen de rechter en de linkerhand bij zijdelings uitgestrekte armen (± 1,7m-1,9m) [rek, vadem, vaam] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20330 |
vader |
pap:
pap (L429p Guttecoven),
papa:
pappa (L429p Guttecoven),
vader:
vader (L429p Guttecoven, ...
L429p Guttecoven,
L429p Guttecoven)
|
(vader;) Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] || vader [SGV (1914)] || vader; (Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
23330 |
vagevuur |
vagevuur:
vêgevuur (L429p Guttecoven)
|
vagevuur [SGV (1914)]
III-3-3
|
19454 |
vak van een kast |
vak:
vak (L429p Guttecoven, ...
L429p Guttecoven)
|
Deel van een kast dat door schotjes of deurtjes van de rest gescheiden is (vak, loket) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
21968 |
valdeur aan duiventil |
spoetnik:
sjpoetnik (L429p Guttecoven)
|
Hoe heet de inrichting waardoor de duiven wel het hok binnen kunnen maar niet eruit, of omgekeerd? [N 93 (1983)]
III-3-2
|