e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Guttecoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zich haasten zich spoeden: ös schpooë (Guttecoven) zich haasten: we moeten ons haasten [DC 27 (1955)] III-1-2
zich inbeelden zich inbeelden: ibilje, zich (Guttecoven) inbeelden, zich [SGV (1914)] III-1-4
zich schuren zich schuren: zex šūrǝ (Guttecoven) Zich schuren tegen een paal of boom vanwege de jeuk, gezegd van het varken. [N M, 7] I-12
zich warm aankleden induffelen: in dòffelə (Guttecoven) zich warm aankleden [doffelen] [N 86 (1981)] III-1-3
zicht zicht: zex (Guttecoven) Korte zeis die met één hand gehanteerd wordt en gebruikt wordt voor het maaien van rogge, tarwe, haver, gerst, enzovoorts. Zie de algemene toelichting bij paragraaf 4.2 over het maaien en afbeelding 5. Op de semasiologische kaart 30 zijn de gebieden met pik in de betekenis "zicht" van kaart 29 en met pik in de betekenis "mathaak" van kaart 33 bijeengezet. [N 18, 70; JG 1a, 1b, 2c; Goossens 1963, krt. 28; A 14, 7; A 23, 16.2; L 45, 7; Gwn 7, 4; div.; monogr.; add. uit N 11, 88; N 14, 131; N 15, 16a; N 18, 71; A 4, 28; A 14, 10; L 20, 28; L 42, 46; L 48, 34; Lu 1, 16.2 ; Lu 2, 34.2; Wi 51] I-4
ziek krank (du.): krank (Guttecoven) ziek [SGV (1914)] III-1-2
ziekte ziekte: zeikde (Guttecoven) ziekte [SGV (1914)] III-1-2
ziel ziel: zeel (Guttecoven) ziel [SGV (1914)] III-3-3
zielboek dodenlijst: doadelies (Guttecoven) Het zielenboek, het register van overledenen, wier namen op vaste tijden van de preekstoel werden afgelezen, voorzover de nabestaanden het zielenboekgeld hadden voldaan [zielboek, dodenlijst?]. [N 96B (1989)] III-3-3
zien, kijken kijken: kieke (Guttecoven), zien: zeen (Guttecoven) kijken [SGV (1914)] || zien [SGV (1914)] III-1-1