e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Guttecoven

Overzicht

Gevonden: 4202
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
carambole carambole (fr.): carambol (Guttecoven) Het raken van de rode bal en één van de beide witte met de andere witte bal waarmee gespeeld wordt in een bepaald biljartspel [carambole, karbel, kerbol, karbelhouwogen]. [N 88 (1982)] III-3-2
carnavalsoptocht vastelavondsoptocht: fasteloavesoptoch (Guttecoven) De optocht met carnaval [cavalcade]. [N 88 (1982)] III-3-2
casserole aarden casserole: ɛrdǝ kazǝrǫl (Guttecoven) Pot van aardewerk met twee oren en een deksel. In L 270 kende men casseroles met een inhoud van 4 liter (4 kwārts), 3 liter (3 kwārts), 2 liter (2 kwārts) en 1 liter (kwārts). [N 49, 98a; R 3, 75; monogr.] II-8
cavalier liefste: leefste (Guttecoven) Cavelier [SGV (1914)] III-3-1
cel cel: sɛl (Guttecoven), celkamertje: celkamertje (Guttecoven) Zeshoekige opening in de raat. De cel dient voor het uitbroeden van de larven of voor het bergen van honing en stuifmeel. De wijdte tussen de evenwijdige wanden wisselt naar de bijensoort en de ouderdom der raat van 4,74 mm tot 5,50 mm. De normale diepte is 12 mm maar ze kan ook wat minder zijn. [L 1a-m; S 3; Ge 37, 56] II-6
cent cent: eine cent (Guttecoven) cent, een ~ [ook oudere woorden als sans?] [N 21 (1963)] III-3-1
centiare, maat van 1 m2 centiare: sentie-aar (Guttecoven) de maat die een oppervlakte aangeeft van 1 vierkante meter [centiare, centiaar] [N 91 (1982)] III-4-4
cervelaatworst droogworst: drêûgwoosj (Guttecoven) droogworst [N 06 (1960)] III-2-3
champignon champignon: WLD  sjampi-jòn (Guttecoven) Champignon: een eetbare witte paddestoel met aanvankelijk rozige, later donkere, purperbruine plaatjes en sporen, het is de meest gekweekte paddestoel (kampernoelje, kampernoelie, duivelsbrood, pampernoelie, dolhondenbrood, champignon). [N 92 (1982)] III-4-3
christoffelmedaille medaille (<fr.): medaje (Guttecoven) Een medaille van St. Christoffel in de auto of op de motor. [N 96B (1989)] III-3-3