22423 |
carambole |
carambole (fr.):
carambol (L429p Guttecoven)
|
Het raken van de rode bal en één van de beide witte met de andere witte bal waarmee gespeeld wordt in een bepaald biljartspel [carambole, karbel, kerbol, karbelhouwogen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22439 |
carnavalsoptocht |
vastelavondsoptocht:
fasteloavesoptoch (L429p Guttecoven)
|
De optocht met carnaval [cavalcade]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
29582 |
casserole |
aarden casserole:
ɛrdǝ kazǝrǫl (L429p Guttecoven)
|
Pot van aardewerk met twee oren en een deksel. In L 270 kende men casseroles met een inhoud van 4 liter (4 kwārts), 3 liter (3 kwārts), 2 liter (2 kwārts) en 1 liter (kwārts). [N 49, 98a; R 3, 75; monogr.]
II-8
|
21307 |
cavalier |
liefste:
leefste (L429p Guttecoven)
|
Cavelier [SGV (1914)]
III-3-1
|
28448 |
cel |
cel:
sɛl (L429p Guttecoven),
celkamertje:
celkamertje (L429p Guttecoven)
|
Zeshoekige opening in de raat. De cel dient voor het uitbroeden van de larven of voor het bergen van honing en stuifmeel. De wijdte tussen de evenwijdige wanden wisselt naar de bijensoort en de ouderdom der raat van 4,74 mm tot 5,50 mm. De normale diepte is 12 mm maar ze kan ook wat minder zijn. [L 1a-m; S 3; Ge 37, 56]
II-6
|
21451 |
cent |
cent:
eine cent (L429p Guttecoven)
|
cent, een ~ [ook oudere woorden als sans?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
25313 |
centiare, maat van 1 m2 |
centiare:
sentie-aar (L429p Guttecoven)
|
de maat die een oppervlakte aangeeft van 1 vierkante meter [centiare, centiaar] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20837 |
cervelaatworst |
droogworst:
drêûgwoosj (L429p Guttecoven)
|
droogworst [N 06 (1960)]
III-2-3
|
20913 |
champignon |
champignon:
WLD
sjampi-jòn (L429p Guttecoven)
|
Champignon: een eetbare witte paddestoel met aanvankelijk rozige, later donkere, purperbruine plaatjes en sporen, het is de meest gekweekte paddestoel (kampernoelje, kampernoelie, duivelsbrood, pampernoelie, dolhondenbrood, champignon). [N 92 (1982)]
III-4-3
|
23748 |
christoffelmedaille |
medaille (<fr.):
medaje (L429p Guttecoven)
|
Een medaille van St. Christoffel in de auto of op de motor. [N 96B (1989)]
III-3-3
|