e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Guttecoven

Overzicht

Gevonden: 4202
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de portiuncula-aflaat verdienen portiunculbeden: psjonkelbèèe (Guttecoven), uit- en ingaan: oet en in gaon (Guttecoven) De kerk in- en uitgaan bij het bidden van de toties-qoties-aflaat. Dat kon men doen: a)op het Portiuncula-feest, b)op het feest van O.L. Vrouw van de Rozenkrans (7 oktober) en c)in de namiddag en avond van Allerheiligen en op de dag van Allerzielen. [pars [N 96B (1989)] || De portiuncula-aflaat, die verdiend kon worden op het Portiunculafeest op 2 augustus [portsiónkela-ablas?]. [N 96B (1989)] III-3-3
de rozenkrans bidden bij een overledene de wake beden: de waak bèèe (Guttecoven) De Rozenkrans (= 3 Rozenhoedjes) bidden bij een overledene. [N 96B (1989)] III-3-3
de stortkar doen achteroverslaan opslaan: opšlǭn (Guttecoven) De kipbare bak van de stortkar doen kippen om de lading te lossen. Dit lemma vormt een aanvulling op het lemma kippen, storten in wld I.10. De kaart combineert de opgaven uit beide lemmata. [N 17, 88] I-13
de tafel dekken dekken: dèkke (Guttecoven), klaarmaken: klaormaken (Guttecoven) tafel dekken; Hoe noemt U: De tafel dekken (rechten dekken) [N 80 (1980)] III-2-1
de was blauwen (de) was blauwen: de wĕsj blêje (Guttecoven), blauwselen: blèjsele (Guttecoven) blauwen [de wasch ~ ] [SGV (1914)] || Wat is bij u de uitdrukking voor \'de was blauwen\'? (blauwen, blauwselen) [N 104 (2000)] III-2-1
de was bleken bleken: bleiken (Guttecoven) het bleken van wasgoed in de zon op een grasveld [DC 15 (1947)] III-2-1
de was invochten sprinkelen: schprènkele (Guttecoven) het vochtig maken van strijkgoed [DC 28 (1956)] III-2-1
de was mangelen mangelen: mangele (Guttecoven) De was glad maken d.m.v. een mangel (mangelen, wringen) [N 79 (1979)] III-2-1
de was spoelen opspoelen: opsjpeulen (Guttecoven), opwassen: opwessje (Guttecoven), spoelen: sjpeule (Guttecoven) spoelen [SGV (1914)] || Zeep verwijderen uit kledingstukken door ze heen en weer te bewegen in een vloeistof (spoelen, plodderen) [N 79 (1979)] III-2-1
de was stijfselen stijven: stieve (Guttecoven) Wat is bij u de uitdrukking voor \'het linnen stijven\'? (stijven, stijselen) [N 104 (2000)] III-2-1