e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Guttecoven

Overzicht

Gevonden: 4202

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
achterwerk kont: kòntj (Guttecoven), vot: vot (Guttecoven) Bil. Ook platte woorden! [DC 01 (1931)] III-1-1
achterwiel van een fiets achterrad: achterraad (Guttecoven) het achterwiel van een fiets [riks] [N 90 (1982)] III-3-1
acoliet grote koorjong: groate koarjong (Guttecoven) Een acoliet, een oudere misdienaar. [N 96B (1989)] III-3-3
adem adem: oam (Guttecoven) adem [SGV (1914)] III-1-1
ademen ademen: aome (Guttecoven), ademhalen: oam hoale (Guttecoven) ademen [N 10a (1961)], [SGV (1914)] III-1-1
ader ader: aor (Guttecoven), oar (Guttecoven), oare (Guttecoven) ader [N 10a (1961)], [SGV (1914)] || aderen [SGV (1914)] III-1-1
advent advent (<lat.): advent (Guttecoven) De tijd van vier zondagen voor Kerstmis (Advent, kleine vasten). [N 96C (1989)] III-3-3
afdak dakje: têkske (Guttecoven) afdak [SGV (1914)] III-2-1
afdakje boven de poort poortschopje: pǭrtšōpkǝ (Guttecoven) Het kleine afdakje dat op een muur is geconstrueerd boven de poort. [N 4A, 43b] I-6
afdingen pingelen: pingele (Guttecoven), pingelə (Guttecoven) beknibbelen, Op de prijs ~, de prijs omlaag trachten te drukken [afpeekele, afprengelen, afpenkelen, pingelen?] [N 21 (1963)] || proberen minder te moeten betalen dan de gevraagde prijs [afdingen, afpingelen, afpekelen, penkeren, prengelen, pingelen] [N 89 (1982)] III-3-1