e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Guttecoven

Overzicht

Gevonden: 4202
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
emmer houten tob: hoͅu̯tə toͅp (Guttecoven), tob: toͅp (Guttecoven) emmer van hout [DC 15 (1947)] || emmer van zink of email [DC 15 (1947)] III-2-1
endeldarm aarsdarm: aasjderm (Guttecoven) endeldarm [aarsdarm, enteldeerm, gatdarm, teenentoewt] [N 10 (1961)] III-1-1
engel des heren engel des heren: èngelesaeren (Guttecoven) Het "Engel des Heren"of "Angelus", het gebed bij het Angelus-luiden. [N 96B (1989)] III-3-3
engels gras engels gras: WLD  əngèls grààs (Guttecoven) Engels gras (armeria vulgaris o.s. maritima 5 tot 40 cm lage plant. De bladeren groeien in een dicht wortelrozet en zijn lijnvormig; de bloemen bevinden zich in dichte hoofdjes aan het eind van de onvertakte stengels, de stengels hebben geen bladeren, m [N 92 (1982)] III-4-3
engerling, larve van de meikever engerling: engerling (Guttecoven) engerling, larve van de meikever die aan gras- en plantenwortels vreet [N 26 (1964)] III-4-2
enig kind enigst kind: einigs kendj (Guttecoven) een enig kind; een kind dat geen broers of zusters heeft [koekoek, koekoeksjong] [N 87 (1981)] III-2-2
enkel enkel: ĕnkel (Guttecoven, ... ), inkel (Guttecoven) enkel [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
enten gruffelen: gruffele (Guttecoven) [SGV (1914)] I-7
envelop envelop (<fr.): envlopp (Guttecoven) de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)] III-3-1
epistel epistel (<lat.): epistel (Guttecoven) De eerste lezing, het epistel [t/dn epistel, epiestel?]. [N 96B (1989)] III-3-3