e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Guttecoven

Overzicht

Gevonden: 4202
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fris weer bits: bits (Guttecoven) tamelijk koud, gezegd van het weer [koutig] [N 81 (1980)] III-4-4
fruit eten knatsen: knatsje (Guttecoven), snuiveren: sjnuivere(n) (Guttecoven) fruit eten; Hoe noemt U: (Veel, onrijp) fruit eten (groezen, snaaien, snatsen, snoeien) [N 80 (1980)] III-2-3
fruiten fruiten: fruite (Guttecoven), fruiten (Guttecoven) fruiten; Hoe noemt U: Vlees of uien bruin braden (fruiten, fritten) [N 80 (1980)] III-2-3
fruitworm worm: wòrm (Guttecoven) worm die in een appel huist [pieremenneke] [N 26 (1964)] III-4-2
gaan gaan: goan (Guttecoven, ... ) gaan [SGV (1914)] || lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] III-1-2
gaan liggen (van de wind) zich leggen: zìg lèègge (Guttecoven) gaan liggen, gezegd van de wind [stillen] [N 81 (1980)] III-4-4
gaar gaar: gaar (Guttecoven, ... ) gaar; Hoe noemt U: Goed gekookt (gaar, murw) [N 80 (1980)] III-2-3
galmgaten galmgaten: galmgaten (Guttecoven) De open vensters in de klokketoren, waardoor het geluid van de klok(ken) naar buiten galmt [schalvensters, almsgatter, galmgaten?]. [N 96A (1989)] III-3-3
galnoot galappel: WLD  galappel (Guttecoven) De nootvormige uitwas aan de bladeren van eikebomen ontstaan door de steek van galwespen (galnoot, galappel, smouterenbol, kraaiappel, inktappel, gastappel). [N 82 (1981)] III-4-3
gang ere: äre (Guttecoven), gang: gank (Guttecoven, ... ) De doorloop in een huis die de huisdeur met de vertrekken verbindt (gang, vloer, corridor, leid) [N 79 (1979)] || gang [SGV (1914)] III-2-1