e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haanrade

Overzicht

Gevonden: 1350
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slimmerik schlauberger (du.): sjlauw’berjer (Haanrade) slimmerik III-1-4
slons (slodder?) lodder: lod’der (Haanrade), schlampig (du.) juultje: E sjlampieg joelsje (Haanrade), E sjlam’pieg joelsje (Haanrade), schmuddelig (du.) wijf: E sjmoed¯delieg wief  sjmoed’delieg wief (Haanrade), tante gudula: ing tant joedela (Haanrade), troela: troel’la (Haanrade) een slordig vrouwmens || een slordige vrouwmens || slons || slordige, soms brutale vrouw || vuil, onzindelijk III-1-4
slordig klommelig: kloe’melieg (Haanrade), schlampig (du.): sjlam’pieg (Haanrade) slordig III-1-4
slot slot: šlǭs (Haanrade) Toestel dat als sluiting op deuren wordt aangebracht, waarbij door middel van een sleutel een schoot of tong wordt uitgeschoven die in een gat in de stijl van het kozijn valt. [N 54, 94b; L 6, 73a; S 33; monogr.] II-9
sluitmand sluitmandel: šlūsmaŋǝl (Haanrade) In het algemeen een uit wissen gevlochten mand met een deksel. [N 40, 109; monogr.] II-12
slurpen lepsen: D¯r hónk lepsjet ¯t janse kumpsje leëg  lep’sje (Haanrade) slurpen III-2-3
smaken smaken: Los ¯t diech sjmaa¯che  sjmaa’che (Haanrade) smaken III-2-3
smakken pletsen: plets’je (Haanrade), smakken: Sjmak nit zoeë bij ¯t èse  sjmak’ke (Haanrade) smakken III-2-3
smeerpoes dreksemmer: dreks’emmer (Haanrade), dreksvarken: dreks’verke (Haanrade), drekszak: dreks’zak (Haanrade), kniesbuil: knies’bül (Haanrade) smeerpoes III-1-4
smetlijn snoerkoord: šnōrkǫat (Haanrade) Met een kleurstof ingestreken stuk touw dat gebruikt wordt om een rechte lijn af te tekenen op bijvoorbeeld een te zagen stuk hout. Het strakgespannen touw wordt daartoe in het midden opgetild en vervolgens weer losgelaten. Op deze wijze verkrijgt men een rechte lijn op het hout. De smetlijn wordt zowel door de timmerman als door de houtzager gebruikt. Zie ook het lemma ɛsmetlijnɛ in Wld II.9, pag. 161/215.' [N 50, 20a; monogr.] II-12