e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haanrade

Overzicht

Gevonden: 1350
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spek spek: Iech ès jeer sjpek en ai  sjpek (Haanrade) spek III-2-3
sperwer sperwer: sjper’ber (Haanrade) sperwer III-4-1
sperziebonen prinsesbonen: prinses’boeëne (Haanrade), saladebonen: sjla’teboeëne (Haanrade), struikbonen: sjtroech’boeën (Haanrade) prinsessebonen || slabonen || struikboon I-7
spiegel spiegel: špeͅi̯əl (Haanrade) spiegel III-2-1
spijker, nagel nagel: nāl (Haanrade) In het algemeen het puntige, metalen staafje, waarmee iets vastgezet kan worden. [monogr.] II-12
spijkeren nagelen: neǝlǝ (Haanrade) Met een hamer spijkers in het hout slaan. [N 53, 152a-b; L 5, 7; monogr.] II-12
spin spin: sjpin (Haanrade) spin III-4-2
spinazie spinaat: sjpienaat’ (Haanrade) spinazie I-7
spinnen ronken: rón’ke (Haanrade) spinnen ve kat III-2-1
spinnenweb heergodsgaren: spinrag in de herfst  her’jods-jaar (Haanrade), spinnengewebs: sjpin’nejewebs (Haanrade), web: web (Haanrade) spinnenweb || spinrag in de herfst III-4-2