e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haanrade

Overzicht

Gevonden: 1350
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bouillon broei: brui (Haanrade), vleesbroei: vleesj’brui (Haanrade) bouillon III-2-3
bouwval barak: brak (Haanrade) bouwvallig huis, krot III-2-1
bovenlicht overlicht: øvǝrlet (Haanrade  [(idem)]  ) Zie kaart. Met de term 'bovenlicht' kan zowel een vast raam boven een (voor)deur als het al dan niet naar binnen openklappend bovenste deel van een raam worden bedoeld. De woordtypen 'waaier', 'waai', 'spinnekop', 'deurlicht' en 'deurvenster' duiden specifiek een vast raam boven een deur aan. [S 4; L 1 a-m; L 22, 10; L B1, 170; N 55, 54a; A 46, 10a, add.; A 46, 10c; A 49, 10; monogr.] II-9
bovenmate, hevig, zeer alaaf: alaaf⁄ (Haanrade), grillig: jrel⁄lieg (Haanrade), haargenau: hoar⁄jenauw (Haanrade), haide: hai⁄de (Haanrade), heftig: hef⁄tieg (Haanrade), ongemeen: ónjemeng⁄ (Haanrade), zeer: zier (Haanrade) boven alles || buitengewoon, in hoge mate || hevig || zeer || zeer precies III-4-4
bovenverdieping bovenop: boavenop (Haanrade) Hoe noemt u de bovenverdieping van een huis? (bovenverdieping, bovenste verdieping) [N 104 (2000)] III-2-1
braadpan braadketel: broͅankɛsəl (Haanrade), pan: pan (Haanrade) braadpan III-2-1
braadworst braadworst: E kót jebed en ing lang broad¯woeësj  broad’woeësj (Haanrade) braadworst III-2-3
braam braam: brǫam (Haanrade) Ruige, oneffen rand die ontstaat na het gieten of zagen van metaal. [N 64, 55c; N 33, 164 add.; monogr.] II-11
braambes bramelen: broa’mel (Haanrade) braambes III-4-3
braamsluiper bramentaats: brieëm’taatsj (Haanrade) braamsluiper III-4-1