e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haanrade

Overzicht

Gevonden: 1350
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broeden uit-hecken (du.): oes’hikke (Haanrade) uitbroeden III-1-4
broedsel hik: ook: worp van zoogdieren  hik (Haanrade) broedsel van vogels III-4-1
broer broer: broor (Haanrade) broer III-2-2
broers en zusters (coll. niet gebruiken geschwister (du.): jesjwies’ter (Haanrade, ... ) broer en zus || broers en zussen III-2-2
broodje chrmoule (wa.): Verklw. sjeermülsje  sjeer’moel (Haanrade), frans broodje: frans’brüedsje (Haanrade, ... ) kadetje || klein, rond melkbroodje || zacht, zoet broodje met een gleuf in het midden III-2-3
broodmes broodmes: brūətmɛts (Haanrade) broodmes III-2-1
broodpap weggenbrij: ¯t rent nit al daag weg¯kebrij: het is niet alle dagen kermis  weg’kebrij (Haanrade) wittebroodpap III-2-3
broodpop weggenman: Verklw. wegkemesje Mit nui-joar kroge vier inne weg¯keman  weg’keman (Haanrade) gebak van wittebrood in de vorm van een mannetje III-2-3
bruid bruid: broet (Haanrade) bruid III-2-2
bruidegom brutigam (du.): brutiejam (Haanrade) bruidegom III-2-2