e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haanrade

Overzicht

Gevonden: 1350

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aardbei elber: el’ber (Haanrade), elberstruik: el’beresjtroech (Haanrade) aardbei || aardbeiplant I-7
aarden aarden: a’de (Haanrade), zich schikken: iech koeët miech bij die vreeëm lü nit sjikke  sjik’ke, ziech (Haanrade), zich terechtvinden: Heë hat ziech jód tsereëtvónge in de nui hemet  tsereët’vinge, ziech (Haanrade) aarden || thuis raken, gewennen || wennen III-1-4
achtereen, na elkaar achtereen: ateree⁄ (Haanrade), hingereen: hingeree⁄ (Haanrade) achtereen, na elkaar III-4-4
achteruit hof: hoͅf (Haanrade) achterplaats III-2-1
afbranden afbrennen: āf˱brɛnǝ (Haanrade) Oude verf met behulp van een brandlamp verwijderen. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Brandlamp'. [N 67, 68b] II-9
afdak schop: šoͅp (Haanrade) afdak III-2-1
afkoken afzwellen: ¯t Jemus aaf¯sjwelle  aaf’sjwelle (Haanrade) afkoken (groenten) III-2-3
afwas spoel: špø&#x0304l (Haanrade) afwas III-2-1
afwassen spoelen: špø&#x0304lə (Haanrade) spoelen, afwassen III-2-1
afwasteil, afwasbak spoelkomp: špø&#x0304lkomp (Haanrade) afwasbak III-2-1