e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haanrade

Overzicht

Gevonden: 1350
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
driekleurig viooltje chris-oogje: driekleurig  kris’eugs-je (Haanrade) viooltje III-4-3
driftig hitsig: hit’sieg (Haanrade) warmbloedig, opvliegend III-1-4
drijfriem drijfriem: drīfrēm (Haanrade) Riem of snaar, vaak met trapeziumvormige doorsnede, die over schijven loopt en dient om de beweging van het ene machinedeel over te brengen op het andere. Vgl. voor het woordtype kijlriem (Q 99*, 121b) ook het Duitse keilriemen. [N 33, 259; monogr.] II-11
drinkbeker beker: bɛxər (Haanrade) beker III-2-1
drinken nennen: kindertaal  nenne (Haanrade), nien’ne (Haanrade), pitsen: Kóm, vier junt ós jauw ee pit¯sje  pit’sje (Haanrade), zuipen: Deë zoeffet wie inne karebengel, wie inne karehónk Vrès wie ing kats en zoef wie inne hónk, de bliefste jezónk Zoeffe krai: zuiplap  zoef’fe (Haanrade) drinken III-2-3
drinkglas glas: jlās (Haanrade), hengelglas: hɛŋəljlās (Haanrade), tulp: tølp (Haanrade) glas || glas met oor || hoog naar de voet spits toelopend drinkglas III-2-1
droge verfstoffen groenspaan: jrø̄nšpān (Haanrade), loodwit: luǝtwīs (Haanrade) De poedervormige, kleurgevende bestanddelen van een verf. In dit lemma zijn de benamingen voor een aantal droge verfstoffen waarmee men vroeger zelf verf maakte, bijeengeplaatst. Rubriek A bevat algemene benamingen voor droge verfstoffen, terwijl onder B tot en met H de termen voor respectievelijk witte, gele, rode, blauwe, groene, bruine en zwarte verfstoffen zijn opgenomen. Droge verfstoffen werden in L 330 bewaard in 'laden' ('lājǝ'), 'trommels' ('trǫmǝls'), 'bussen' ('bø̜sǝ') en 'doosjes' ('dø̄skǝs'), in K 353 in 'vaatjes' ('v'tjǝs'), in Q 113 in 'blikken bussen' ('blekǝ bøs'), in L 328 in 'blikken bussen' ('blekǝ bø̜s'), in Q 121 in een 'blikken doos' ('blē̜xǝ duǝs'), in L 163 in 'tonnen' ('tonǝ'), in L 267 in 'tonnetjes' ('tø̜nkǝs') en 'houten kistjes' ('hǫwtǝ kesjǝs'), in Q 71 in 'houten bakjes' ('hōtǝn b'kskǝs'), in Q 203 in 'houten tonnetjes' ('hǭtǝ tønǝkǝs'), in Q 113 in 'houten tonnen' ('hōtǝ tǫnǝ'), in P 219 in een 'verfton' ('v'rǝftǫn'), en in L 414 in een 'papieren buil' ('papīrǝ bø̜jl'). [N 67, 1a; N 67, 1b; N 67, 2; N 67, 5-9; monogr.] II-9
dronkaard zuipbroer: zoef’broor (Haanrade), zuiper: züffer (Haanrade) drinkebroer III-2-3
dronken blauw: Heë woar zoeë blauw, dat heë nit mieë óp de bee koeët sjtoa  blauw (Haanrade) dronken III-2-3
drop lakrits: lakrits’ (Haanrade) drop III-2-3