20923 |
mossel |
mossel:
mó’sjel (Q121d Haanrade)
|
mossel
III-2-3
|
20839 |
mosterd |
mosterd:
mós’terd (Q121d Haanrade)
|
mosterd
III-2-3
|
24355 |
mot |
mot:
mot (Q121d Haanrade)
|
mot
III-4-2
|
25130 |
motregen, fijne regen |
gezouwels:
jezau⁄wel(s) (Q121d Haanrade),
grizzelsweer:
jriezzelsweer⁄ (Q121d Haanrade),
kniesregen:
knies⁄reën (Q121d Haanrade),
motregen:
mot⁄reën (Q121d Haanrade),
smies:
sjmies (Q121d Haanrade),
smiesregen:
sjmies⁄reën (Q121d Haanrade),
zouwel:
zau⁄wel (Q121d Haanrade)
|
miezel || motregen, fijne regen
III-4-4
|
25100 |
motregenen, licht regenen |
fiezelen:
viez⁄zele (Q121d Haanrade),
grizzelen:
jriez⁄zele (Q121d Haanrade),
kniezen:
knie⁄ze (Q121d Haanrade),
smiezen:
sjmie⁄se (Q121d Haanrade),
ziemelen:
tsie⁄mele (Q121d Haanrade),
zouwelen:
zau⁄wele (Q121d Haanrade)
|
miezelen, motregenen
III-4-4
|
24356 |
mug |
mug:
muk (Q121d Haanrade)
|
mug
III-4-2
|
30091 |
muur |
muur:
m ̇ūr (Q121d Haanrade)
|
Uit diverse materialen, bijvoorbeeld baksteen of beton, opgetrokken bouwwerk ter afscheiding of ter ondersteuning. In dit en de volgende lemmata wordt onder een 'muur' vooral een uit bakstenen samengestelde afscheiding verstaan. Het woord 'wand' wordt in het onderzoeksgebied meestal gebruikt voor een uit verticale en horizontale balken samengestelde muur die vervolgens met vlechtwerk of metselwerk wordt opgevuld. Zie ook de paragraaf over het vak- en vlechtwerk. Worden in een gebouw een of meer kelders aangebracht, dan worden de muren die de kelder omsluiten geheel van harde metselsteen en waterdichte mortel opgetrokken. Een muur die boven de grond wordt opgemetseld, noemt men een 'opgaande muur'. Bij de muren van gebouwen onderscheidt men buiten- en binnenmuren en de voor-, zij- en achtergevel, de muren die respectievelijk de voorzijde, de zijkant en de achterzijde van het bouwwerk vormen. [N 31, 32a; S 25; L 1 a-m; L 6, 41b; L 12, 5; monogr.; Vld]
II-9
|
24213 |
nachtegaal |
nachtegaal:
na’tejaal (Q121d Haanrade)
|
nachtegaal
III-4-1
|
19796 |
nachtkastje |
nachtcommode-tje:
nātkoͅmyətšə (Q121d Haanrade)
|
nachtkastje
III-2-1
|
24214 |
nachtzwaluw |
geitenmelker:
je’temelker (Q121d Haanrade)
|
nachtzwaluw
III-4-1
|