e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haanrade

Overzicht

Gevonden: 1350
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sigarettenpijpje spitsje: sjpits’-je (Haanrade) sigarettenpijpje III-2-3
sijs girlits (du.): ook wel europese kanarie genoemd  ier’liets (Haanrade), sijsje: tsies-je (Haanrade) sijsje || sijsje, geel — III-4-1
sinaasappel appelsien: appeltsien’ (Haanrade) sinaasappel III-2-3
sintel krei: krai̯ (Haanrade), kreie (Haanrade), krikkelskool: krexəlskoͅalə (Haanrade) gedeeltelijk uitgebrande kolen || Hoe noemt u datgene dat uit de kachel komt en dat nog kan branden nadat de as eruit gezeefd is (van steenkool)? (bluskool, sintel, kooltjes, krikken) [N 104 (2000)] || sintel III-2-1
sintjanskruid johanneskruid: johan’neskroed (Haanrade) johanneskruid III-4-3
sla, algemeen kopsalade: kop’sjlaat (Haanrade), meikrop: mai’krop (Haanrade), salade: ook het gerecht  sjlaat (Haanrade), snijsalade: sjnie’sjlaat (Haanrade) kropsla || kropsla, eerste || sla || snijsla I-7
slagroom sahne (d.): za’ne (Haanrade) slagroom III-2-3
slang slang: sjlang (Haanrade) slang III-4-2
slappe koffie dunne caf: dunne kaffieë (Haanrade), moekkefoek: moek’kefoek (Haanrade), slabberons: sjlabberóns’ (Haanrade), slabberonsius: sjlabrón’tsiejoes (Haanrade) slappe koffie || slechte koffie III-2-3
slecht weer, hondenweer allerheiligenweer: Allerhil⁄liejeweer (Haanrade), zouwweer: zouw⁄weer (Haanrade) ruw, slecht weer || weer (rot) III-4-4