e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haelen

Overzicht

Gevonden: 3663
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
atelier werkplaats: wirkplaats (Haelen) de ruimte, ingericht om er te werken met gereedschappen en/of machines [atelier, werkplaats] [N 89 (1982)] III-3-1
augurk komkommer: WLD (De o is niet voldoende gedifferentiëerd; vandaar soms –)  ko͂mko͂mər (Haelen) Een soort van kleine komkommer die vaak in azijn wordt ingemaakt; een augurk (canichon, augurk). [N 82 (1981)] I-7
auto wagen: wage (Haelen) een bestuurbaar voertuig op 3 of meer wielen, voortbewogen door een zich daarin bevindende motor, meestal gedreven door benzine [auto, wagen, kar, tuffer] [N 90 (1982)] III-3-1
autoped step (eng.): sjtep (Haelen) Het speeltuig bestaande uit een plankje op twee kleine wielen met een stuurstang waarop men door afzetten met de voet rijdt [autoped, glijer, step, aveseerplankje]. [N 88 (1982)] III-3-2
averechts, achterstevoren krangs-om: krangsòm (Haelen) niet de goede zijde tonend [averechts, verhard, verkeerd, keeraats] [N 91 (1982)] III-4-4
avondmaal avondeten: aovendjèten (Haelen), 18 uur  aovəntjéétə (Haelen), alle maaltijden heten eenvoudig aeten  aovetjaeten (Haelen), avondseten: oavesaite (Haelen), òvesète (Haelen) de laatste maaltijd van de dag (verschil tussen zomer en winter [N 06 (1960)] || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 18 - 20 uur [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 19 uur [ZND 18G (1935)] III-2-3
azijn edik: aek (Haelen), èèk (Haelen), éék (Haelen) azijn [DC 35 (1963)] || azijn; Hoe noemt U: De zure vloeistof bestaande uit azijnzuur en water, die o.a. gebruikt wordt bij het bereiden en conserveren van spijzen (azijn, arzijn, eek) [N 80 (1980)] III-2-3
baaien onderrok baaien schort: baaiesjórt (Haelen) onderrok, dikke baaien ~ [N 24 (1964)] III-1-3
baalschort baalzak: waarschijnlijk (staat er bij geschreven)  baalzak (Haelen) voorschoot van jute of grof linnen of een als schort gebruikte baalzak [slobbert, baolscholk, baalslop, pleggert, plekker] [N 24 (1964)] III-1-3
baantje glijden op het ijs slidderen: sliddere (Haelen), #NAME?  sliddere (Haelen) Baantje glijden [siddere, slibbere, sleure, kejje]. [N 07 (1961)] || Glijden: zich langs en oppervlak gemakkelijk, met zeer weinig wrijving voortbewegen (glijden, slibberen, glissen, schuiven, slifferen, slipperen, schampen). [N 84 (1981)] III-3-2