e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kletsoor slag: slāx (Haelen) Dun eindje touw of leer aan het uiteinde van het snoer van de zweep dat bij het slaan een knallend geluid maakt. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 13, 95c; L B2, 245; L 8, 142; R 14] I-10
klieven kloven: kluive (Haelen) klieven: Vaneen scheiden (klieven, kloven). [N 84 (1981)] III-1-2
klimop klimop: Veldeke  klimop (Haelen), WLD (De o is niet voldoende gedifferentiëerd; vandaar soms –)  klimòp (Haelen) De altijdgroene heester die zich door middel van wortels aan de omringende voorwerpen hecht (klimop, veil, klim, ifte, eiloof, klimmerkruid, lier). [N 82 (1981)] III-4-3
kloeken kloeken: klukǝ (Haelen) Geluid voortbrengen, gezegd van een broedse kip. [N 19, 47; monogr.] I-12
klomp klomp: eine klomp (Haelen), klomp (Haelen  [(klomp zonder leren riem)]  , ... ), klòmp (Haelen), o tusschen o en ou  klompe (Haelen) Hoe noemt men de hiernaast afgebeelde houten voetbekleedsels ? (klompen) [DC 15 (1947)] || Hoe noemt mn een enkele van deze voetbekleedsels ? [DC 15 (1947)] || In het algemeen de benaming voor schoeisel dat is vervaardigd uit een uitgehold stuk hout. Er bestaan verschillende soorten klompen. Zie ook de lemmata ɛhoge klompɛ, ɛlage klompɛ etc.' [N 24, 70a; N 86, 46; A 15, 31b; L 36, 38; monogr.] || klomp (Frans: sabot) [klomp, blok] [N 24 (1964)] || schoeisel bestaande uit een uitgehold stuk hout, houten schoen [klomp, kloon, blok, holsblok, klopper, lolleblok, sabot] [N 86 (1981)] II-12, III-1-3
klompschoen klompenschoen: klompesjoon (Haelen), klómpesjoon (Haelen) Hoe noemt men deze voetbekleedsels, indien het bovengedeelte op de voet niet van hout, maar van leer is gemaakt ? [DC 15 (1947)] || klompschoen (zwart) bestaande uit een houten zool en een lederen schoenachtig bovengedeelte [N 24 (1964)] III-1-3
klonteren klonteren: kluntjere (Haelen), kl‧onjtjərə (Haelen) klonteren; Hoe noemt U: Tot klonters koken, gezegd van b.v. pap (koeken, klonteren) [N 80 (1980)] III-2-3
klopper, garde kloprijsje: een bosje berketakjes gebruikt om stukken zeep fijn te kloppen in water toen er nog geen zeeppoeder was  kloprīēske (Haelen) bezem (met lange steel); inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
klotsen van vloeistoffen klotsen: klòtse (Haelen) het geluid dat vloeistoffen maken bij het golven en botsen van de golven tegen elkaar of tegen een wand [klotsen, kwatsen, palsen] [N 91 (1982)] III-4-4
kloven kenen: keene (Haelen) kloven in de hand [kloove, klieve, sprunge, kreewe] [N 10 (1961)] III-1-2