19515 |
koffiepot |
koffiekan:
koffiekan (L322p Haelen)
|
pot waarin koffie wordt gezet [N 20 (zj)]
III-2-1
|
33812 |
koffievos, brandvos |
brandvos:
brantvǫs (L322p Haelen)
|
Vospaard met donkerbruine of koffiekleurige vacht. [N 8, 63i en 63j]
I-9
|
25367 |
kogel |
kogel:
kōgǝl (L322p Haelen)
|
Het gewricht tussen pijp(been) en koot van een paard; ook bij een rund. Zie afbeelding 2.24. [N 8, 32.7, 32.15 en 32.16]
I-9
|
20787 |
koken (intr.) |
koken:
koake (L322p Haelen),
kòkə (L322p Haelen, ...
L322p Haelen)
|
koken [DC 03 (1934)]
III-2-3
|
24189 |
kokmeeuw |
meeuw:
mîêuw (L322p Haelen)
|
kokmeeuw (38 zeer bekend; witte vogel met s zomers bruinzwarte kop; in grote troepen op en rond allerlei water; in de stad ook daarvandaan; schreeuwerige vogel; vooral in de grote broedkolonies; aan Schelde en Maas komen nog meer, meest grotere soorten [N 09 (1961)]
III-4-1
|
34109 |
kol |
bles:
blɛs (L322p Haelen)
|
Witte vlek op het voorhoofd van de koe. [N 3A, 135b]
I-11
|
24303 |
kolblei |
bliek:
WLD
bleik (L322p Haelen),
bleìk (L322p Haelen)
|
De kolblei lijkt op de brasem maar is bleker van kleur (blei, bliek, kapmes, kalfoog, platte, platter) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
33888 |
kolder |
kolder:
kolder (L322p Haelen)
|
Kolder (< lat. cholera) is een slepende, ongeneeslijke hersenaandoening, die aanleiding geeft tot stoornissen in de beweging en de bloedsomloop. De uiterlijke verschijnselen zijn: onhandelbaarheid, niet willen werken, een sufferig uiterlijk, het hoofd laag houden en de oren laten hangen, evenals een waggelende gang. Deze vorm van aandoening wordt stille kolder genoemd. Bij verergering van de ziekte wordt het paard wild, draait in het rond en slaat op hol. Dan spreekt men van razende kolder. [A 48A, 37; N 8, 90p; monogr.]
I-9
|
33026 |
kolven afstropen |
afdoen:
āf˱dōn (L322p Haelen),
pellen:
pɛlǝ (L322p Haelen)
|
De maïskolven ontdoen van de schutbladeren. Het object van de handeling is steeds maïskolven. [N Q, 22]
I-4
|
22569 |
komen kijken naar de slacht: vgl. varkensfeest (wld ii.1, pag. 10) |
karbonadezondag:
kermennaaje zunjig (L322p Haelen)
|
het komen kijken naar de slacht [VC 26 (1961)]
III-3-2
|