e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koffiepot koffiekan: koffiekan (Haelen) pot waarin koffie wordt gezet [N 20 (zj)] III-2-1
koffievos, brandvos brandvos: brantvǫs (Haelen) Vospaard met donkerbruine of koffiekleurige vacht. [N 8, 63i en 63j] I-9
kogel kogel: kōgǝl (Haelen) Het gewricht tussen pijp(been) en koot van een paard; ook bij een rund. Zie afbeelding 2.24. [N 8, 32.7, 32.15 en 32.16] I-9
koken (intr.) koken: koake (Haelen), kòkə (Haelen, ... ) koken [DC 03 (1934)] III-2-3
kokmeeuw meeuw: mîêuw (Haelen) kokmeeuw (38 zeer bekend; witte vogel met s zomers bruinzwarte kop; in grote troepen op en rond allerlei water; in de stad ook daarvandaan; schreeuwerige vogel; vooral in de grote broedkolonies; aan Schelde en Maas komen nog meer, meest grotere soorten [N 09 (1961)] III-4-1
kol bles: blɛs (Haelen) Witte vlek op het voorhoofd van de koe. [N 3A, 135b] I-11
kolblei bliek: WLD  bleik (Haelen), bleìk (Haelen) De kolblei lijkt op de brasem maar is bleker van kleur (blei, bliek, kapmes, kalfoog, platte, platter) [N 83 (1981)] III-4-2
kolder kolder: kolder (Haelen) Kolder (< lat. cholera) is een slepende, ongeneeslijke hersenaandoening, die aanleiding geeft tot stoornissen in de beweging en de bloedsomloop. De uiterlijke verschijnselen zijn: onhandelbaarheid, niet willen werken, een sufferig uiterlijk, het hoofd laag houden en de oren laten hangen, evenals een waggelende gang. Deze vorm van aandoening wordt stille kolder genoemd. Bij verergering van de ziekte wordt het paard wild, draait in het rond en slaat op hol. Dan spreekt men van razende kolder. [A 48A, 37; N 8, 90p; monogr.] I-9
kolven afstropen afdoen: āf˱dōn (Haelen), pellen: pɛlǝ (Haelen) De maïskolven ontdoen van de schutbladeren. Het object van de handeling is steeds maïskolven. [N Q, 22] I-4
komen kijken naar de slacht: vgl. varkensfeest (wld ii.1, pag. 10) karbonadezondag: kermennaaje zunjig (Haelen) het komen kijken naar de slacht [VC 26 (1961)] III-3-2