e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nors zuur: zoer (Haelen) onvriendelijk, stuurs, nors, bars [aling, strak, grenniog, stom, bars, stuurs, nors, zuur] [N 87 (1981)] III-3-1
noten afslaan noten slaan: Veldeke  neut sjlaon (Haelen), rammelen: WLD (De o is niet voldoende gedifferentiëerd; vandaar soms –)  ràmmələ (Haelen) Noten afslaan (boeken, beuken slaan, rammelen, sloesteren). [N 82 (1981)] III-2-3
notenboom notenboom: -  noteboum (Haelen) okkernoot [DC 17 (1949)] I-7
notendop schaal: Veldeke  sjaal (Haelen), WLD (De o is niet voldoende gedifferentiëerd; vandaar soms –)  sjáāl (Haelen) De harde huid van een noot (bast, bolster, sloester, schaal, hulster, boost, bluster, boets, schulp, schelp, snoester). [N 82 (1981)] I-7
notulen notulen: notulen (Haelen) het korte schriftelijke verslag van hetgeen behandeld is in een vergadering [notulen, nouten] [N 90 (1982)] III-3-1
nylonkous nylon: nylons (Haelen) nylonkousen [N 24 (1964)] III-1-3
ochtend (vanmorgen de tijdsduur van het aanbreken van de dag tot 12 uur s middags [morgend, morgen, voornoen, ochtend]: morge (Haelen) s morgens) [N 91 (1982)] III-4-4
oever kant: kantj (Haelen, ... ), kààntj (Haelen, ... ), ps. boven de a staat nog een ? en een `; deze combinatieletter is niet te maken.  kantj (Haelen), wal: wál (Haelen) oever [DC 02 (1932)] || oever, zoom van het land aan elk van de beide zijden van het water van een rivier, meer enz [kant, wal] [N 81 (1980)] III-4-4
oeverzwaluw aardzwalg: èèrdzwalg (Haelen), schoorzwalg: sjorzwalg (Haelen) oeverzwaluw [DC 18 (1950)] || overzwaluw (12 lichtbruin boven, van onder wit; broedt met vele tegelijk in gaten in een steile zandkant; niet zo algemeen [N 09 (1961)] III-4-1
ogenblikje, korte tijd, eventjes eventjes: efkəs (Haelen), ogenblikje: augenblikske (Haelen), ougeblikske (Haelen) ogenblikje [DC 03 (1934)] III-4-4