id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
18927 | proberen | proberen: probeere (Haelen) | proberen: Als hij kans ziet zal hij - je te bedriegen [DC 35 (1963)] III-1-4 |
21515 | proces-verbaal | proces-verbaal: perses-verbaal (Haelen) | het geschreven woordelijke verslag van de toedracht van een overtreding [proces-verbaal, daas, nummer] [N 90 (1982)] III-3-1 |
17742 | proeven | keuren: kèùrə (Haelen), proeven: preuve (Haelen, ... ), pr‧euve (Haelen) | proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)] || proeven; Hoe noemt U: Een kleine hoeveelheid voedsel of drank in de mond nemen om te onderzoeken hoe het smaakt (keuren, proeven) [N 80 (1980)] III-1-1, III-2-3 |
19272 | profiteren | profiteren: profetere (Haelen) | een goed, nuttig gebruik maken, voordeel trekken van een gelegenheid [blaaien, profiteren, luizen] [N 85 (1981)] III-1-4 |
18221 | pronken | pronken: prònke (Haelen) | in het oog lopend opgeschikt, in het openbaar zich voordoen, pralen [pronken, prijken, spiegelen, pralen] [N 86 (1981)] III-1-3 |
18190 | pronkveer op een hoed | veer: vèèr (Haelen) | pronkveer op een hoed [N 25 (1964)] III-1-3 |
20506 | proosten | klinken: klingkə (Haelen), klinke (Haelen), proosten: proostə (Haelen) | proosten; Hoe noemt U: De glazen tegen elkaar aanstoten als teken dat men elkaar veel goeds toewenst (knutsen, klinken, proosten) [N 80 (1980)] III-2-3 |
21698 | prop | prop: prop (Haelen) | een bal van samendrukbaar materiaal, bijv. papier [dompel, bol, prop] [N 91 (1982)] III-3-1 |
22310 | proppenschieter | knaptoet: knaptōēt (Haelen) | Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)] III-3-2 |
20456 | prostituée | hoer: hoor (Haelen) | prostituée, publieke vrouw [hoer, lichtvink, deerne, blaar] [N 86 (1981)] III-2-2 |