id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
24374 | schub | schub: Veldeke sjöbbe (Haelen), WLD sjəp (Haelen, ... ) | Hoe noemt u elk van de dunne plaatjes waarmee de huid van een vis geheel of gedeeltelijk is bedekt (schub, schubbe, schelp, schulp) [N 83 (1981)] III-4-2 |
18844 | schuchter | bleu: bleu (Haelen) | bang om de aandacht te trekken of zich te vertonen [blode, bedeesd, beschaamd, schuchter] [N 85 (1981)] III-1-4 |
33586 | schudden van vruchten | appelen schuddelen: WLD (De o is niet voldoende gedifferentiëerd; vandaar soms –) àppələ sjəddələ (Haelen), schudden: Veldeke sjödde (Haelen) | Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)] I-7 |
19565 | schuier | klederborstel: kleͅi̯ərboͅrstəl (Haelen) | stofborstel om stof uit kleren, stoelbekleding, gordijnen, enz. te verwijderen [DC 15 (1947)] III-2-1 |
19501 | schuifgrendel | schoude: sjauw (Haelen) | schuifgrendel [N 07 (1961)] III-2-1 |
24992 | schuimen | schuimen: sjume (Haelen) | schuim opwerpen, dragen of geven [bedomen, schuimen] [N 91 (1982)] III-4-4 |
19555 | schuimspaan | schuimslepel: sjuumslèèpel (Haelen, ... ) | lepel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || schuimspaan, schuimlepel [N 20 (zj)] III-2-1 |
21370 | schuld | schuld: Opm. deze uitdrukking kent men: "Dèè steit nog op de lat"(= die staat nog in t krijt). sjānt (Haelen) | Geldschuld, schuld die men nog moet betalen [N 21 (1963)] III-3-1 |
21674 | schuld zonder papieren | niet op papier staan: dèè hèèt ⁄t neet op papeer staon (Haelen) | schuld die niet schriftelijk is vastgelegd [handschuld?] [N 21 (1963)] III-3-1 |
18102 | schurft | schurft: šørf (Haelen) | Een zeer hardnekkige, heftig jeukende huidaandoening, die kan leiden tot sterke vermagering en zelfs tot totale uitputting van de aangetaste dieren. Schurft wordt veroorzaakt door verschillende soorten mijten, voor ieder dier weer verschillend. Zie ook het lemma ''schurft'' in wbd I.3, blz. 479-481. [N 3A, 89; N 52, 13; A 48A, 26; monogr.] I-11 |