| 21806 |
verzoek |
verzoek:
verzeuk (L322p Haelen)
|
het vragen iets te willen doen, verzoek [bede] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
| 18931 |
verzuimen |
verzuimen:
verzume (L322p Haelen)
|
nalaten te doen wat men opgedragen gekregen heeft of wat men beloofd heeft [verzuimen, schrikken, fouten] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 18277 |
vest |
wal:
wal (L322p Haelen),
wambuisje:
wéémeske (L322p Haelen)
|
de aarden wal rondom een stad of gracht [vesting, vest] [N 90 (1982)] || herenvest zonder mouwen met knopen [wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje [N 23 (1964)]
III-1-3, III-3-1
|
| 18533 |
vestzakje |
wambuistasje:
wéémestèske (L322p Haelen)
|
vestzakje [ziepzekse, weemesteske, vestjestes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 34071 |
vetkoe |
guste koe:
gøstǝ [koe] (L322p Haelen)
|
Koe die niet meer geschikt is voor de produktie en daarom voor de slacht wordt gemest. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 77a; monogr.]
I-11
|
| 33665 |
vetweide |
vetwei:
vɛtwɛi̯ (L322p Haelen)
|
Speciale, meestal afgemaakte wei waar men koeien laat grazen die niet meer geschikt zijn voor de productie en die als slachtvee bestemd zijn. [N 3A, 77b; N 3A, 77c; N 6, 33b; JG 1a, 1d; L 19B, 2aI; L 32, 45; RND 20; S 43; monogr.]
I-8
|
| 33756 |
veulen |
veulen:
vø̜̄lǝ (L322p Haelen)
|
Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.]
I-9
|
| 32765 |
vierhoekige eg |
vierkant[eg]:
vērkantj˱[eg] (L322p Haelen)
|
De oude houten, later ook ijzeren eg die een vierhoekig geraamte had; zie afb. 53 en 54. Deze eg was niet altijd vierkant of rechthoekig: soms waren de hoofdbalkjes lichtelijk gebogen of vormden de balken een ruitvormig raam. Waar de vierhoekige eg blijkens de opgaven als onkruideg en/of als zaadeg in gebruik was, is vermeld in de betrokken lemmata. Zie verder het lemma ''eg''. [JG 1a; JG 1b add.; N 11, 71 + 72 + 75 add.; N J 10; A 13, 16b; div.; monogr.]
I-2
|
| 20574 |
vieruursboterham |
koffiedrinken, het -:
koffiedrinken (L322p Haelen, ...
L322p Haelen),
kóffiedrinke (L322p Haelen),
koffietijd:
15.30 uur
kóffĭĕ t‧iét (L322p Haelen),
middagkoffie:
middigkoffie (L322p Haelen)
|
de maaltijd met brood rond 4 uur [N 07 (1961)] || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 15 uur [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 16 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
| 21610 |
vijf-guldenstuk |
gouden vijfje:
en gouwe vīēfke (L322p Haelen)
|
vijf-guldenstuk, een ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|