e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haelen

Overzicht

Gevonden: 3663
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boordenknoopje kragenknoopje: kraagekneupke (Haelen) boordeknoopje [N 23 (1964)] III-1-3
boos kwaad: kwaod (Haelen) boos, kwaad ten gevolge van een belediging [kwaad, boos, vuil] [N 85 (1981)] III-1-4
boosaardig paard stug paard: støx pē̜rt (Haelen) Onbetrouwbare paard dat onverwachts slaat en bijt. Gewoonlijk legt het daarbij de oren in de nek en laat het wit van zijn ogen zien. [JG 1a; N 8, 62o] I-9
boot(je) boot(je): boot (Haelen) een klein open vaartuig met riemen of zeil voortbewogen [boot, schuit] [N 90 (1982)] III-3-1
bord telder: tejjer (Haelen) bord [Roukens 03 (1937)] III-2-1
borrel borreltje: bórrəltjə (Haelen), drupje: dröpke (Haelen), drəpkə (Haelen) borrel; Hoe noemt U: Een glaasje sterke drank, borrel (grigo, officiertje, tjipke, sprets, druppel, drup, kleintje, kloekmalder, propje, peut, wippertje, taaie, tikje, slokje, snapsje, spatje) [N 80 (1980)] III-2-3
borrelen (van water) wellen: welle (Haelen) bobbelend naar boven komen, gezegd van water [borrelen, wellen, walen, kwelmen] [N 81 (1980)] III-4-4
borrelglaasje borrel: borrel (Haelen), drupjesglaasje: drupkesglèèske (Haelen) jeneverglaasje met een voetje (borrel) [N 20 (zj)] III-2-1
borstel schrobbezempje: stroepbessemke (Haelen), schuurborstel: sjoerborstel (Haelen) borstel [DC 15 (1947)] || schrobber (van takjes) [DC 15 (1947)] III-2-1
borstelig haar haar wie een stekelvarken: haor wie ein steekelverke (Haelen) borstelig haar (stekkerhaar, pinhoor] [N 10 (1961)] III-1-1