e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haelen

Overzicht

Gevonden: 3663
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bronstig breustig: brø̜̄sex (Haelen), brø̜̄stex (Haelen) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk varken. [N 19, 12; N C, 4d; A 43, 20a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 52, add.; N 76, add.; monogr.] I-12
bronstig op andere koeien springen springig zijn: (de koe is) spreŋex (Haelen), tochtig (zijn): tøxtex (Haelen) [N 3A, 9b] I-11
bronstig, van merries hengstig: heŋstex (Haelen), paards: pē̜rs (Haelen) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van merries. Een hengstige merrie reageert op de aanwezigheid van de hengst met het optillen van de staart. Ze neemt herhaaldelijk een urirende houding aan, waarbij kleine hoeveelheden urine worden geloosd, terwijl de clitorisch ritmisch naar buiten wordt geperst. Bij de afwezigheid van de hengst zijn deze symptomen minder duidelijk of soms geheel afwezig. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 8, 42a en 44; N 8A, 2; monogr.] I-9
brood brood: brood (Haelen), brooed (Haelen), bruət (Haelen), brôêd (Haelen, ... ) brood [DC 03 (1934)], [DC 39 (1965)] III-2-3
broodje broodje: Het vroegere woord. Nu: kedètje.  brêûdje (Haelen), kadetje: kedètje (Haelen) Welke dialectbenamingen kent U voor kleine wittebroodjes? (pistolee, kadetjes, kerneeke, frans broodje, spaans broodje, krombroodje, koekestel, bestel, krol, knubbeltje [N 16 (1962)] III-2-3
broodmes broodmes: brôêdmets (Haelen) mes waarmee brood wordt gesneden [N 20 (zj)] III-2-1
broodpap broodpap: brôêdpap (Haelen) Pap met stukjes roggebrood (pap met vuurstenen?) [N 16 (1962)] III-2-3
broodpop mikkenman: Werd met Sinterklaas gebakken.  mikkeman (Haelen) Wittebrood in de vorm van een man (steeve, steeveman, weggeman, nieuwjaarsman, ziepesprengert, boekeman?) [N 16 (1962)] III-2-3
bros, breekbaar bros: bros (Haelen) hard aanvoelend en toch gemakkelijk breekbaar [bros, sprok, ras, broos] [N 91 (1982)] III-4-4
bruid bruid: broed (Haelen, ... ) bruid [DC 05 (1937)] III-2-2