24136 |
dodaars |
duikeendje:
duukééntje (L322p Haelen),
dūūkèèntjes (L322p Haelen)
|
dodaars || fuut: dodaars (26 nog kleiner dan geoorde fuut [122]; zwartig met witte tandpastaveeg aan de bek; broedt ook in brede poldersloten; geluid is hinnekend [N 09 (1961)]
III-4-1
|
20419 |
dode |
lijk:
liek (L322p Haelen)
|
het dode lichaam van een mens [lijk, dode, kadaver] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
24726 |
dode tak |
stek:
WLD (De o is niet voldoende gedifferentiëerd; vandaar soms –)
sjtèk (L322p Haelen)
|
Een dode tak (stek). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
22674 |
doedelzak |
doedelzak:
doedelzak (L322p Haelen)
|
Het blaasinstrument dat bestaat uit een leren zak waarin de speler lucht blaast die hij dan door druk met de arm in een soort schalmei met toongaten blaast; andere schalmeien aan de zak blijven dezelfde toon geven [doedelzak, doerelzak, moemelzak]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
18252 |
doek |
doek:
hèè wèèf zien sjoon op met ene dook (L322p Haelen)
|
Doek. Hij wreef z’n schoenen op met ’n doek. [DC 35 (1963)]
III-1-3
|
25020 |
dof, gedempt van geluid |
dof:
doef (L322p Haelen),
hol:
haol (L322p Haelen)
|
niet helder, gedempt, gezegd van een geluid [grof, dof, hol, schor] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
24137 |
doffer, mannelijke duif |
hoorn:
haorə (L322p Haelen),
hoare (L322p Haelen),
mannetjesduif:
menkesdoef (L322p Haelen)
|
duif, mannetje [ZND 18 (1935)] || een mannelijke duif (doffer, kebber, kipper, horen, duivcer) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
18983 |
dom |
dom:
dòm (L322p Haelen),
lomp:
lòmp (L322p Haelen)
|
niet gemakkelijk denkend, beperkt van verstand, dom [dom, stom, lomp] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22409 |
domino |
domino:
domino (L322p Haelen)
|
Het spel met 28 stenen die op één zijde met ogen of een punt gemerkt zijn (van dubbel blank tot dubbel zes) die tegen elkaar gelegd m oeten worden zó dat telkens gelijke ogen aan elkaar sluiten en waarbij iedere speler probeert domino te worden, d.w.z. zi [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18799 |
domme man |
lomperik:
lòmperik (L322p Haelen)
|
een dom persoon [domoor, dommerik, dotskop] [N 85 (1981)]
III-1-4
|