32958 |
tweede klaveroogst |
tweede snede:
twedǝ snēi̯ (P048p Halen)
|
In verband met de benamingen voor nagras is de informanten ook gevraagd of ze een specifiek woord kenden voor de tweede klaveroogst; hier zijn alleen de opgaven opgenomen die afweken van die voor ''nagras''. [N 14, 128c]
I-3
|
21648 |
tweede verkoping |
toewijzing:
ps. omgespeld volgens Frings.
tuwēͅzeŋ (P048p Halen),
tweede zitdag:
ps. omgespeld volgens Frings.
twedə zetax (P048p Halen)
|
de tweede verkoping i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen, waarbij wordt afgemijnd [de toeslag?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34234 |
tweespeen |
tweedeem:
twiǝdøm (P048p Halen)
|
Koe die slechts uit twee spenen melk geeft. [N 3A, 66]
I-11
|
33998 |
twijg |
wisje:
wiskǝ (P048p Halen)
|
Vaak wordt in plaats van een zweep ook een twijg gebruikt om het paard aan te vuren. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-10
|
21619 |
twintig frank |
stuk van twintig frank:
ps. invuller heeft hierbij geen fonetische notering gegeven.
stuk van 20 frank (P048p Halen),
twintig frank:
ps. omgespeld volgens Frings.
twentəx fraŋ (P048p Halen)
|
20 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)]
III-3-1
|
33597 |
ui, ajuin |
ajuin:
ajoën (P048p Halen),
djuin:
djeun (P048p Halen),
djø͂ͅn (P048p Halen),
dzjeun (P048p Halen),
žø͂ͅn (P048p Halen),
juin:
gjø͂ͅn (P048p Halen)
|
ajuin [ZND 01 (1922)] || ajuin (sg) [Goossens 1b (1960)], [Goossens 2a (1963)]
I-7
|
33788 |
uier |
uier:
ø̜̄r (P048p Halen, ...
P048p Halen,
P048p Halen),
ø̜̄ǝr (P048p Halen),
ø̜r (P048p Halen)
|
[JG, 1b; A 30, 6e; L 49, 6e; N 8, 39a en 39b]De melkklier van de koe zoals zij zich uitwendig vertoont onder aan de buik. Op de kaart is het woordtype uier niet opgenomen. [JG 1a, 1b; Gwn V, 7; L 8, 24a; L 14, 27a; RND 127; S 38; Wi 51; monogr.] || Uier, alle tepels samen. [N 19, 19b; JG 1a, 1b]
I-11, I-12, I-9
|
34157 |
uieren |
uieren:
(de koe) ø̜rt (P048p Halen)
|
Een zwellende uier krijgen in de draagtijd, gezegd van de koe. [N 3A, 35; A 9, 16; monogr.]
I-11
|
21664 |
uit de hand verkopen |
prullen:
ps. omgespeld volgens Frings.
prələ (P048p Halen),
rommel:
ps. omgespeld volgens Frings.
ruməl (P048p Halen),
versjacheren:
ps. omgespeld volgens Frings.
vəršaxərə (P048p Halen)
|
Kleinigheden uit de hand verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
33185 |
uiteen poten |
wijd van malkanderen:
wē̜i̯t fa mǝkandǝrǝ (P048p Halen)
|
De pootaardappelen verder uiteen zetten dan men gewoonlijk doet. Bij de bijwoordelijke uitdrukkingen in dit lemma moet steeds het werkwoord voor "poten": ɛpoten, plantenɛ of ɛzettenɛ, worden toegevoegd; zie daartoe het lemma Poten. [N M, 18b]
I-5
|