18002 |
verkleumd |
versteven:
versteve (P048p Halen)
|
hij was gans verkleumd van de kou [ZND 28 (1938)]
III-1-2
|
18074 |
verkouden |
verkoud:
vǝrkāt (P048p Halen)
|
Een ontsteking van het neusslijmvlies. [JG 1b; N 8, 89; N 52, 24 en 25; monogr.]
I-9
|
21685 |
verkwanselen |
onderdoens verkopen:
ps. omgespeld volgens Frings.
oͅndərdøͅns fərkuəpə (P048p Halen),
tuisen:
ps. omgespeld volgens Frings.
toͅšə (P048p Halen),
versjacheren:
ps. omgespeld volgens Frings.
vəršaxərə (P048p Halen, ...
P048p Halen,
P048p Halen),
vertuisen:
ps. omgespeld volgens Frings.
vərtoͅšə (P048p Halen)
|
Sjacheren, op verachtelijke wijze handel drijven [sjacheren, sjachelen, sjatsen?] [N 21 (1963)] || Verkwanselen, op verachtelijke wijze verhandelen [vertuitelen, verkwanselen?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21659 |
verlagen |
afdoen:
ps. invuller heeft hierbij geen fonetische notering gegeven.
afdoen (P048p Halen),
afslaan:
ps. omgespeld volgens Frings.
afsluə (P048p Halen)
|
verlagen, iets in prijs ~ [afzetten? b.v. de biggen zijn afgezet?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21393 |
verliezen |
verliezen:
vərlīzə (P048p Halen)
|
wij verliezen [ZND 08 (1925)]
III-3-2
|
34165 |
verlopen |
verschieten:
(de koe is) vǝrsxōtǝ (P048p Halen),
(de koe is) ˲fǝrsxotǝ (P048p Halen)
|
Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a]
I-11
|
25098 |
vernielen |
verdestrueren:
ps. omgespeld volgens Frings.
vərdeͅstrəwerə (P048p Halen)
|
vernielen [ZND 08 (1925)]
III-4-4
|
34233 |
verse koe |
verse koe:
vęsǝ kui̯j (P048p Halen)
|
Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60]
I-11
|
18709 |
versierde schouderdoek |
voile (fr.):
vuwəl (P048p Halen, ...
P048p Halen)
|
schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal] [N 23 (1964)] || Schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal]. [N 23 (1964)]
III-1-3, III-3-3
|
18226 |
versleten |
versleten:
verslet (P048p Halen),
verslete (P048p Halen),
versleten (P048p Halen)
|
verslijten, versleet, versleten (volt.deelw.) [ZND 25 (1937)]
III-1-3
|