26400 |
naaf |
dom:
dum (P048p Halen)
|
De ronde blok in het midden van het wiel waardoor de as steekt en dat met de velg verbonden is via de spaken. Ter versterking worden er naafbanden rond aangebracht. Zie ook de lemmata middennaafbanden, muilband en achternaafband in II.11. [N 17, 58, 40, 50b; N G, 43; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; L 20, 20a; L 39, 21; A 4, 20a; monogr.]
I-13
|
31581 |
naafbus |
bus:
bøs (P048p Halen)
|
De metalen bus in de naaf van het karwiel die om het uiteinde van de karas draait. Het plaatsen van de naafbus in de dom werd in Q 113 bussen (b0sd) genoemd. Dit werk werd doorgaans door de wagen- of radmaker gedaan. Zie ook afb. 214-215. [N G, 43b; N 17, 59; JG 1a; JG 1b; L 39, 22; monogr.]
II-11
|
34407 |
naar de ram brengen |
naar de weer gaan:
naar de weer gaan (P048p Halen)
|
Het vrouwelijk schaap laten bevruchten door de bok. [N 77, 33; N 77, 32; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|
34013 |
naar links |
haar:
hār (P048p Halen)
|
Voermansroep om het paard naar links te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95 c, 95d en 96; L 1 a-m; L B 2, 255; L 26, 2; L 36, 81c; S 12; monogr.]
I-10
|
34014 |
naar rechts |
hut:
hyt (P048p Halen)
|
Voermansroep om het paard naar rechts te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95a en 96; L 1 a-m; L B 2, 256; L 26, 2; L 36, 81d; S 12; monogr.]
I-10
|
18609 |
nachthemd |
nachthemd:
nagthym (P048p Halen),
robe (fr.):
roəbə (P048p Halen)
|
nachthemd [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18608 |
nachtjapon |
slaapjak:
sloͅpjak (P048p Halen),
slaapkleed:
sloəpkliət (P048p Halen)
|
nachtjapon [nachtpon, bedjak, nachtjak, jak] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18607 |
nachtkleren |
nachtdingen:
nagtdengə (P048p Halen),
nachtgoed:
nagtgut (P048p Halen)
|
nachtkleding in het algemeen [t naachtdinge] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
19607 |
nachtlampje |
nachtlamp:
vroeger: was dit dezelfde lamp als de petroleumlamp, maar dan een verkleind model nu : een electrische lamp die op het nachttafeltje geplaatst wordt, of die men kan aansteken door aan een koortje te trekken, dat boven het bed bevestigd is
naxtlamp (P048p Halen)
|
lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
34179 |
nageboorte van de koe |
bed:
bęt (P048p Halen),
bɛt (P048p Halen),
klein vuil:
klē̜ vø̜l (P048p Halen)
|
[N 3A, 57a; JG 1a, 1b; A 33, 19b; monogr.]
I-11
|