e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Halen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
naaf dom: dum (Halen) De ronde blok in het midden van het wiel waardoor de as steekt en dat met de velg verbonden is via de spaken. Ter versterking worden er naafbanden rond aangebracht. Zie ook de lemmata middennaafbanden, muilband en achternaafband in II.11. [N 17, 58, 40, 50b; N G, 43; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; L 20, 20a; L 39, 21; A 4, 20a; monogr.] I-13
naafbus bus: bøs (Halen) De metalen bus in de naaf van het karwiel die om het uiteinde van de karas draait. Het plaatsen van de naafbus in de dom werd in Q 113 bussen (b0sd) genoemd. Dit werk werd doorgaans door de wagen- of radmaker gedaan. Zie ook afb. 214-215. [N G, 43b; N 17, 59; JG 1a; JG 1b; L 39, 22; monogr.] II-11
naar de ram brengen naar de weer gaan: naar de weer gaan (Halen) Het vrouwelijk schaap laten bevruchten door de bok. [N 77, 33; N 77, 32; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
naar links haar: hār (Halen) Voermansroep om het paard naar links te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95 c, 95d en 96; L 1 a-m; L B 2, 255; L 26, 2; L 36, 81c; S 12; monogr.] I-10
naar rechts hut: hyt (Halen) Voermansroep om het paard naar rechts te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95a en 96; L 1 a-m; L B 2, 256; L 26, 2; L 36, 81d; S 12; monogr.] I-10
nachthemd nachthemd: nagthym (Halen), robe (fr.): roəbə (Halen) nachthemd [N 25 (1964)] III-1-3
nachtjapon slaapjak: sloͅpjak (Halen), slaapkleed: sloəpkliət (Halen) nachtjapon [nachtpon, bedjak, nachtjak, jak] [N 25 (1964)] III-1-3
nachtkleren nachtdingen: nagtdengə (Halen), nachtgoed: nagtgut (Halen) nachtkleding in het algemeen [t naachtdinge] [N 25 (1964)] III-1-3
nachtlampje nachtlamp: vroeger: was dit dezelfde lamp als de petroleumlamp, maar dan een verkleind model nu : een electrische lamp die op het nachttafeltje geplaatst wordt, of die men kan aansteken door aan een koortje te trekken, dat boven het bed bevestigd is  naxtlamp (Halen) lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
nageboorte van de koe bed: bęt (Halen), bɛt (Halen), klein vuil: klē̜ vø̜l (Halen) [N 3A, 57a; JG 1a, 1b; A 33, 19b; monogr.] I-11