17698 |
nier |
nier:
nir (P048p Halen)
|
nier [N 10 (1961)]
III-1-1
|
34208 |
nierbekkenontsteking |
nierziekte:
nierziekte (P048p Halen)
|
Een aandoening van de pisbuis, vervolgens van de blaas en van een van de pisleiders en tenslotte van het nierbekken. De kwaal komt bijna uitsluitend bij het vrouwelijk dier voor. De dieren hebben minder eetlust, herkauwen weinig, vermageren, hebben een droge en stugge huid. Ze urineren telkens in kleine hoeveelheden. De oorzaak is een bepaalde smetstof. Zie ook het lemma ''chronische nier- en nierbekkenontsteking'' in wbd I.3, blz. 486. [N 3A, 94; N 52, 29; A 48A, 43]
I-11
|
34153 |
niet behouden |
herlopen:
hęrluǝpǝ (P048p Halen),
niet vol:
nę vǫl (P048p Halen)
|
Niet bevrucht. De koe wordt drie weken na de dekking weer tochtig. [N 3A, 32b]
I-11
|
34154 |
niet drachtig |
muntig:
møntex (P048p Halen)
|
[JG 1a, 1b; Gwn V, 4; monogr.]
I-11
|
33447 |
niet gehalveerde poortvleugel |
poort:
[poort] (P048p Halen),
slagdeur:
slaxdø̜u̯r (P048p Halen)
|
Een scharnierende poort bestaat meestal uit twee vertikaal verdeelde planken helften of vleugels. Bedoeld wordt een poortvleugel die niet zelf nog eens gehalveerd is. Zie voor dit laatste het lemma "gehalveerde poortvleugel" (4.1.7). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18.c bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42a; monogr.]
I-6
|
21654 |
niet gunnen |
inhouden:
ps. omgespeld volgens Frings.
engehōͅə (P048p Halen)
|
ze wordt niet gegund, i.v.m. de openbare verkoping van b.v. een boerderij [de boerderij is opgehouden?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
18122 |
nijdnagel |
ijwortel:
eͅiwətəl (P048p Halen)
|
Hoe noemt men een los stukje vel aan de rand van de nagel van van een vinger ? (Nederl. nij(d)nagel, dwangnagel, stroopnagel) [ZND 49 (1958)]
III-1-2
|
21643 |
nikkelgeld |
centen:
ps. omgespeld volgens Frings.
seͅntə (P048p Halen),
nikkel:
ps. omgespeld volgens Frings.
tnekəl (P048p Halen)
|
nikkelen of witmetalen geldstukken [N 21 (1963)]
III-3-1
|
20752 |
niknak |
niknakje:
Syst. Frings
nekneͅkskəs (P048p Halen)
|
Koekjes in de vorm van speelgoedfiguurtjes, voor kinderen (niknak?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
21401 |
niks waard |
niks waard:
das neks wɛ̄t (P048p Halen),
niks weèd (P048p Halen)
|
Dat is niets waard. [ZND 08 (1925)] || Hoe zegt men van iets dat geen waarde heeft? (dat is geen ... waard). [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|