23307 |
priestersteek met ronde luifel |
steek:
steek (P048p Halen),
steik (P048p Halen),
stik (P048p Halen)
|
priestersteek met ronde luifel [N 25 (1964)]
III-3-3
|
22862 |
prijzen (mv.) |
prijzen:
prɛ.əzə (P048p Halen)
|
prijzen (mv.) [RND]
III-3-2
|
33740 |
prikkeldraad |
pinnetjesdraad:
pønǝkǝsdruu̯ǝt (P048p Halen)
|
Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.]
I-8
|
22356 |
priktol |
dop:
doͅp (P048p Halen)
|
Gewone tol (die met een koord wordt geslingerd). [ZND 01u (1924)]
III-3-2
|
17742 |
proeven |
proeven:
pry(j)və (P048p Halen)
|
proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
18190 |
pronkveer op een hoed |
pluim:
ploͅm (P048p Halen),
plø͂ͅəm (P048p Halen),
veer:
vejər (P048p Halen)
|
pronkveer op een hoed [N 25 (1964)]
III-1-3
|
22310 |
proppenschieter |
bus:
een boes (P048p Halen),
klotsbuis:
o met umlaut en sreepje boven: eu?
klotsbēūs (P048p Halen)
|
Een klakkebus (cilindervormig kinderspeeltuig van uitgehold vlierout, waarmede een prop wordt weggeschoten). [ZND 08 (1925)] || Klakkebus; cilindervormig kinderspeeltuig van vlierhout. [ZND 15 (1930)]
III-3-2
|
19676 |
provisiekast, etenskast |
schap:
sxap (P048p Halen)
|
voorraad- of provisiekast [N 05A (1964)]
III-2-1
|
20651 |
pudding |
pudding:
Syst. Frings
pødeŋ (P048p Halen)
|
Pudding (bodding, podding?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
18110 |
puistjes |
brobbels:
brubəls (P048p Halen)
|
puistjes [bultjes, botsels, brobbels] [N 10 (1961)]
III-1-2
|