24419 |
emelt, larve van de langpootmug |
emelt:
aməlt (P048p Halen)
|
emelt, larve van de langpootmug, zeer schadelijk wormpje in graan- en grasland [N 26 (1964)]
III-4-2
|
19686 |
emmer |
ketel:
kētəl (P048p Halen, ...
P048p Halen)
|
emmer [ZND 08 (1925)], [ZND 24 (1937)]
III-2-1
|
17703 |
endeldarm |
gatdarm:
(gatdarm)
gateͅrm (P048p Halen)
|
endeldarm [aarsdarm, enteldeerm, gatdarm, teenentoewt] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
33605 |
enten |
greffelen:
grɛfələ (P048p Halen)
|
[RND 04]
I-7
|
33610 |
erf |
geleg:
gəlei̯əx (P048p Halen),
gəlēͅəx (P048p Halen),
koer:
kūə.r (P048p Halen),
mesthof:
meͅst(h)oͅf (P048p Halen),
meͅstəf (P048p Halen)
|
I-7
|
33641 |
erf en omliggende landerijen |
boerderij:
burdǝrēi̯ (P048p Halen)
|
De algemene benaming voor het boerenerf met de omliggende landerijen. [N 5AøIIŋ, 76f; L 38, 23]
I-8
|
33278 |
erwt, algemeen |
erwt:
ɛt (P048p Halen)
|
Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24]
I-5
|
20855 |
eten (ww.) |
eten:
iete (P048p Halen),
ieten (P048p Halen),
īetə (P048p Halen),
îêtə (P048p Halen)
|
eten [RND], [ZND 25 (1937)]
III-2-3
|
18047 |
etter |
materie:
mətērə (P048p Halen, ...
P048p Halen)
|
etter (van een wonde, enz.) [ZND 01u (1924)] || Hoe noemt men het geelachtige of gronachtige vocht, dat uit een zweer komt (Nederl. etter, pus) ? [ZND 49 (1958)]
III-1-2
|
32843 |
evenaar, tweespanszwenghout |
zwing:
zweŋ (P048p Halen)
|
De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.]
I-2
|