id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
22758 | harten in het kaartspel | harten: hetten (Halen), hetten öes (Halen), hettən us (Halen), häten (Halen) | Harten: harten aas (in het kaartspel). [ZND 19A (1936)] || Harten: Harten is troef (kaartspel). [ZND 42 (1943)] || Harten: Harten is troef. [ZND 08 (1925)] III-3-2 |
21458 | haten | haten: haojte (Halen), haoəte (Halen), de noemvorm van t werkwoord alleen gebruikt, de andere vormen niet hôtə (Halen) | Haten. [ZND 26 (1937)] III-3-1 |
32977 | haver | haver: hā.vǝr (Halen) | Avena sativa L. Men zaait ongeveer 200 kg haver per hectare. Zie afbeelding 1, b. [JG 1a, 1b; A 2, 31; L 35, 101; L lijst graangewassen, 3; Wi 50; monogr.; add. uit N 15, 1a] I-4 |
32993 | haverbel | bel: (mv) bɛlǝ (Halen) | Haver heeft geen aren, maar bellen waarin de korrels zich bevinden. Zie afbeelding 1, b, 1. [JG 1a; monogr.; add. uit JG 1b] I-4 |
33070 | haverhok | stuik: stuik (Halen) | Zie de toelichting bij het lemma ''graanhok, stuik, mandel'' (4.6.14). [N 15, 30b; JG 1b, 1c, 2c; Goossens 1963, krt. 38; monogr.] I-4 |
33386 | haverkist, hakselkist | haverkist: [haver]kest (Halen), [haver]kis (Halen) | De kist of bak waarin men het droge voer, tegenwoordig de haver, voor het paard bewaart. Deze kist staat meestal in de voergang in de paardestal. Vroeger werden er vooral ook haksel, soms zemelen, geplette haver, kaf of melasse in bewaard. De kist kan door een tussenwand verdeeld zijn. In het ene vak bewaart men dan meestal haver, in het andere iets anders. Soms zijn er meer dan twee vakken. Achter in het lemma staan enkele benamingen bijeen voor dit tussenschot. In het lemma wordt achter de codecijfers zoveel mogelijk met een cijfer vermeld in hoeveel delen de kist verdeeld was en wat er nog meer in bewaard werd dan de in het eerste lid van de woordtypen genoemde voedselsoort. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (haver) het lemma "haver" in aflevering I.4, nr 1.2.5 [N 5A, 59c en 72b; JG 1a en 1b; monogr.] I-6 |
34285 | haverkorfje | spint: spent (Halen) | Korfje uit stro en twijgen gevlochten waarmee men haver voor het paard in afmeet. De inhoud is ongeveer 3 kg. Men bindt het ook wel aan de muil van het paard om te beletten dat het ergens aan vreet, bijvoorbeeld bij het maaien. [N 18, 112] I-11 |
20675 | havermout | havermout: Syst. Frings havərmōͅt (Halen) | Havermout [N 16 (1962)] III-2-3 |
20607 | havermoutpap | havermoutpap: Syst. Frings havərmōͅtpap (Halen) | Pap van havermout (haavere moute pap?) [N 16 (1962)] III-2-3 |
33994 | haverzak | musette: mǝlęt (Halen [(of wa malète?)] ) | Zak, gevuld met haver, die men een ingespannen paard omhangt om het te laten eten. [N 13, 90; monogr.] I-10 |