23951 |
belofte |
belofte:
belofte (L320c Haler)
|
Een belofte. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23199 |
beloken pasen |
beloken pasen:
bloke paose (L320c Haler)
|
De eerste zondag na Pasen, Beloken Pasen, de laatste dag dat men zijn Paasplicht kon vervullen [gebroke Paose, Wiesse Zóndiech]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
21464 |
beloven |
beloven:
belove (L320c Haler)
|
beloven [gelaove, belaove] [N 96D (1989)]
III-3-1
|
17860 |
bengelen |
bengelen:
bengelen (L320c Haler)
|
Bengelen: heen en weer slingeren (bammelen, bommelen, bengelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19287 |
benieuwen |
benieuwen:
beniewen (L320c Haler)
|
zijn nieuwsgierigheid wekken [wonderen, wonder doen, benieuwen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21527 |
bericht |
tijding:
WNT: ting (IV), In het Vroeg-nieuwndl. verkort uit tîding. Tijding, bericht.
ting (L320c Haler)
|
een mondeling of schriftelijk overgebrachte mededeling, inlichting [tijding, ting, weet, bericht] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18060 |
beroerte |
beslag:
beslag (L320c Haler)
|
Beroerte: verlamming veroorzaakt door uitstorting van bloed in de hersenen (beroerte, beslag, aantok, slag). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
26051 |
berrie |
ber(ri)g:
bø̜rx (L320c Haler),
boom:
(mv)
bø̜i̯m (L320c Haler)
|
Elk van de twee bomen van de hoog- en stortkar waartussen het paard gespannen werd. De berries van de hoogkar verschillen essentieel van die van de stortkar: bij de eerste lopen de berries onder de hele bak door en maken ze er deel van uit (de zijwanden worden erop vastgezet), terwijl bij de tweede de berries tot halverwege de bak lopen en een aparte constructie vormen waarop de bak rust. Hierdoor kan de bak van de stortkar kippen, terwijl de berries op hun plaats blijven. Wanneer de bak van de hoogkar echter gekipt moet worden, gaat het hele voorstel van de kar omhoog. [N 17, 16 + 50b; N G, 54b + 64b; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2c; L 32, 63; L 34, 10; A 27, 20; Lu 5, 20]
I-13
|
23937 |
besloten tijd |
gesloten tijd:
geslote tied (L320c Haler)
|
De periode waarin er zonder speciale toestemming niet kerkelijk getrouwd kon worden, namelijk in de Advent en in de Vasten (gesloten tijd, besloten tijd). [N 96D (1989)]
III-3-3
|
21532 |
besteken |
besteken:
besteken (L320c Haler, ...
L320c Haler),
bestèke (L320c Haler),
schenken:
schenken (L320c Haler)
|
Het gelukwensen en een geschenk aanbieden op verjaardag/naamfeest [bestèke]. [N 96C (1989)] || kado geven [schenken, besteken] [N 89 (1982)] || Kado geven [schenken, besteken]. [N 89 (1982)]
III-3-1, III-3-2
|