e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haler

Overzicht

Gevonden: 1699

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
belofte belofte: belofte (Haler) Een belofte. [N 96D (1989)] III-3-3
beloken pasen beloken pasen: bloke paose (Haler) De eerste zondag na Pasen, Beloken Pasen, de laatste dag dat men zijn Paasplicht kon vervullen [gebroke Paose, Wiesse Zóndiech]. [N 96C (1989)] III-3-3
beloven beloven: belove (Haler) beloven [gelaove, belaove] [N 96D (1989)] III-3-1
bengelen bengelen: bengelen (Haler) Bengelen: heen en weer slingeren (bammelen, bommelen, bengelen). [N 84 (1981)] III-1-2
benieuwen benieuwen: beniewen (Haler) zijn nieuwsgierigheid wekken [wonderen, wonder doen, benieuwen] [N 85 (1981)] III-1-4
bericht tijding: WNT: ting (IV), In het Vroeg-nieuwndl. verkort uit tîding. Tijding, bericht.  ting (Haler) een mondeling of schriftelijk overgebrachte mededeling, inlichting [tijding, ting, weet, bericht] [N 87 (1981)] III-3-1
beroerte beslag: beslag (Haler) Beroerte: verlamming veroorzaakt door uitstorting van bloed in de hersenen (beroerte, beslag, aantok, slag). [N 84 (1981)] III-1-2
berrie ber(ri)g: bø̜rx (Haler), boom: (mv)  bø̜i̯m (Haler) Elk van de twee bomen van de hoog- en stortkar waartussen het paard gespannen werd. De berries van de hoogkar verschillen essentieel van die van de stortkar: bij de eerste lopen de berries onder de hele bak door en maken ze er deel van uit (de zijwanden worden erop vastgezet), terwijl bij de tweede de berries tot halverwege de bak lopen en een aparte constructie vormen waarop de bak rust. Hierdoor kan de bak van de stortkar kippen, terwijl de berries op hun plaats blijven. Wanneer de bak van de hoogkar echter gekipt moet worden, gaat het hele voorstel van de kar omhoog. [N 17, 16 + 50b; N G, 54b + 64b; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2c; L 32, 63; L 34, 10; A 27, 20; Lu 5, 20] I-13
besloten tijd gesloten tijd: geslote tied (Haler) De periode waarin er zonder speciale toestemming niet kerkelijk getrouwd kon worden, namelijk in de Advent en in de Vasten (gesloten tijd, besloten tijd). [N 96D (1989)] III-3-3
besteken besteken: besteken (Haler, ... ), bestèke (Haler), schenken: schenken (Haler) Het gelukwensen en een geschenk aanbieden op verjaardag/naamfeest [bestèke]. [N 96C (1989)] || kado geven [schenken, besteken] [N 89 (1982)] || Kado geven [schenken, besteken]. [N 89 (1982)] III-3-1, III-3-2