e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haler

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sliepuit sliepuit: sliep uit (Haler) Iemand bespotten door met de ene wijsvinger langs de andere te strijken en daarbij te roepen [sliep uit, sliep uit]. [N 88 (1982)] III-3-2
slijkvanger slijkplaat: slīkplāt (Haler) Metalen plaat boven de as, tussen het asblok en de binnenzijde van de naaf, die dient als bescherming tegen van het karwiel afvallende modder. [N 17, 68; NG, 50e] II-11
slikken slikken: slikke (Haler) slikken; Hoe noemt U: Voedsel of drank door de keel uit de mond naar de maag brengen (slikken, slokken, halzen) [N 80 (1980)] III-2-3
slim rap: rap (Haler), slim: slum (Haler) een zeer goed verstand hebbend en zeer vlug van begrip [schrander, slim, hel] [N 85 (1981)] || vlug van begrip [vinnig, rap] [N 85 (1981)] III-1-4
slip slip: slup (Haler) afhangend eind van een kledingstuk [slip, klamp] [N 86 (1981)] III-1-3
slobberend geluid maken slobberen: slubǝrǝ (Haler) Bij het eten een slobberend geluid maken. [N 76, 34] I-12
sloffen sloffen: sloffen (Haler) sloffen: Zodanig lopen dat de zool over de grond schuift (sloffen, slerven, klossen). [N 84 (1981)] III-1-2
slok slok: slók (Haler) teug; Hoe noemt U: De hoeveelheid drank of vloeistof die men in een keer in de mond neemt en doorslikt (teug, slok, zjats) [N 80 (1980)] III-2-3
sluipen gluipen: gluipen (Haler) Sluipen: zich in alle stilte voortbewegen zodat niemand het merkt (sluipen, kruipen, slippen, gluipen). [N 84 (1981)] III-1-2
sluiten (van grond) sluiten: sluiten (Haler) hard worden, gezegd van aarde [vervloeren, sluiten] [N 81 (1980)] III-4-4