19327 |
stijfkop |
warskop:
wéérskop (L320c Haler)
|
iemand die zeer koppig is, die niet graag ongelijk toegeeft [stijfkop, werskop, stijloor, strekel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19328 |
stijfkoppig |
wars:
wéérs (L320c Haler)
|
niet gemakkelijk te bewegen een houding of opvatting te laten varen of ongelijk te bekennen, zeer koppig [stug, wers] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19641 |
stijfsel |
stijfsel:
stiefsel (L320c Haler)
|
Hoe noemt u de witte stof die gebruikt wordt om linnen stijf te maken (witte klontjes)? (stessel) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
19642 |
stijfselpap |
stijfsel:
stiefsel (L320c Haler)
|
Hoe noemt u de pap, die met deze stof bereid wordt? (stessel, stesselpap, stesselwater) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
18014 |
stikken |
stikken:
stikken (L320c Haler)
|
Stikken, sterven door ademgebrek (stikken). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
23883 |
stille omgang |
stille omgang:
stille omgang (L320c Haler)
|
De Stille Omgang naar Amsterdam. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
17738 |
stinken |
stinken:
stinken (L320c Haler)
|
Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken, muffen, dassen). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
19659 |
stofblik |
blik:
blik (L320c Haler)
|
Hoe noemt u het stoffer en blik samen? [N105 (2000)]
III-2-1
|
18843 |
stomverbaasd |
paf:
paf staan (L320c Haler)
|
zeer verbaasd [verpaft] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
34577 |
stootring |
as:
as (L320c Haler)
|
Verdikking van de as tussen de asarm en het asblok waardoor het wiel op een veilige afstand van het asblok gehouden wordt. De stootring kan met de as worden meegegoten maar er ook als een los element om bevestigd zijn. [N 17, 52 + 54 + add; N 18, 98d + 99; N G, 49a, 53f; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2b; L 20, 20a; L 39, 21 + 22; A 4, 20a; Wi 15; monogr.]
I-13
|