e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haler

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
te lood in het lood: en ǝt luǝt (Haler) Gezegd van een muur of hoek wanneer deze tijdens de controle met het schietlood een loodrechte stand vertoont. [N 31, 10d; monogr.] II-9
teelballen kloten: kloeate (Haler) [N 10c (1995)] III-1-1
tegelsnijder tegelmachientje: tēgǝlmǝšęjŋkǝ (Haler) Werktuig waarmee tegels gesneden kunnen worden. Er zijn verschillende modellen en uitvoeringen. De 'tegelsnijbeugel' bestaat uit een u-vormig gebogen metalen staaf waarbij aan één uiteinde een rubberen aandrukwiel en aan het andere een hardstalen wieltje is aangebracht. Met behulp van het snijwieltje wordt de glazuurlaag van de tegel ingekerfd. Bij de 'tegelsnijmachine' wordt het snijwieltje met behulp van een hefboom tegen de glazuurlaag van de tegel gedrukt. [N 32, 42a] II-9
tegelzetter tegelzetter: tēgǝlzętǝr (Haler) Arbeider die in een bouwwerk de vloer- en muurtegels plaatst. [N 32, 41d; N 30, 3e] II-9
tegen de bal schoppen trappen: trappen (Haler) Tegen de bal schoppen in het voetbalspel [schoppen, trappen]. [N 88 (1982)] III-3-2
tegenvaller strop: strop (Haler) een zwaar geldelijk verlies [krook] [N 89 (1982)] III-3-1
ten volle bediend zijn add. volle bediening: vol bedeening (Haler) Ten volle bediend zijn, d.w.z. gebiecht, de H. Communie en het H. Oliesel ontvangen hebben. [N 96D (1989)] III-3-3
ter begrafenis gaan naar de begrafenis gaan: nao de begrafenis gaan (Haler), ter lijk gaan: ter liek gaan (Haler), ter lijk gaan (Haler) een begrafenis gaan bijwonen [begaan, te lijk gaan, ter bier gaan, gaan kezen, op de korte snee gaan] [N 87 (1981)] || ter begrafenis gaan [N 96D (1989)] III-2-2
teraardebestelling begrafenis: begrafenis (Haler) De teraardebestelling. [N 96D (1989)] III-3-3
tilbury tilbury: telbǝri (Haler) Tweewielig rijtuigje, meestal zonder kap, voor twee personen, dat door √©√©n paard getrokken wordt. De tilbury is lager dan de sjees. Er is geen aparte bok voor de koetsier. Af en toe is dit ook een meer algemene benaming voor een klein rijtuigje. [N 17, 5, add; N 101, 1 + 6-8; N G, 51, monogr] I-13