e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Haler

Overzicht

Gevonden: 1699
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geloven geloven: geluive (Haler) Geloven [gleuve, geluuëve, gluive]. [N 96D (1989)] III-3-3
geluidloos een wind laten ene over de sokken laten (gaan): euver de sök laote gaon (Haler) geluidloos een wind laten [feuze, bussinge] [N 10c (1995)] III-1-1
gelukken lukken: lukken (Haler) een voorspoedige afloop hebben, kunnen slagen [lukken, vergaan, bedoen, boteren, gelukken] [N 85 (1981)] III-1-4
gemakkelijk handig: handig (Haler) geen moeite of inspanning vereisend, niet moeilijk [licht, handig, gemakkelijk, zacht, lichtelijk, goed, makkelijk, gemak, spelegaans] [N 85 (1981)] III-1-4
gemaskerd persoon vastenavondsgek: vastenavondsgek (Haler) Een persoon met een masker voor [maskeraad, mom, vastenavondsgek]. [N 88 (1982)] III-3-2
gemoed gemoed: gemoed (Haler) het binnenste van de mens als zetel van zijn gevoel [moed, gemoed] [N 85 (1981)] III-1-4
generale absolutie generale absolutie (<fr.): generaal absolutie (Haler) Een generale absolutie, waaraan een volle aflaat is verbonden [jeneraal-abseloetsioeën]. [N 96D (1989)] III-3-3
generale biecht algemene biecht: algemeine beecht (Haler) Een algemene of generale biecht, vaak bij missie en retraite [jeneraalbiech]. [N 96D (1989)] III-3-3
gereed vaardig: veerrig (Haler) klaar met een handeling die verricht moest worden, een handeling verricht hebbend [af, vaardig, klaar, teneinde, ree, verrig] [N 85 (1981)] III-1-4
geschenk cadeau (fr.): kado (Haler), gave: gave (Haler), gift: gift (Haler) dat wat je kado geeft [gave, geschenk, gift, present, zende, kado] [N 89 (1982)] III-3-1