e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L286p plaats=Hamont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ham, hesp ham: ham (Hamont), hám (Hamont), verzamelfiche ook mat. van ZND 01 (a-m) (a+b)  ham (Hamont), verzamelfiche ook mat. van ZND 1, a-m  hem (Hamont) ham [Goossens 1b (1960)] || hesp [ZND 01u (1924)], [ZND 24 (1937)] || welke soort ham wordt bij u met één woord aangeduid? Er zijn bij de slager 2 soorten ham te koop, gekookte en rauwe. Een ervan kan men met éeen woord aan duiden, bij de andere soort moet er nog een woord voor [DC 46 (1971)] III-2-3
hand hand: hant (Hamont), hān (Hamont, ... ) [N 10 (1961)]ik heb een splinter in mijn hand [ZND 07 (1924)] III-1-1
handdoek puthanddoek: pøthānt˱duk (Hamont  [(Eisden)]   [Maurits]) De blauw-wit of rood-wit geruite handdoek voor gebruik na het douchen. [N 95, 68; monogr.] II-5
handen (kindernamen) pollen: pol (Hamont), poͅl (Hamont), polletjes: poləkə (Hamont, ... ) hand: kinderwoorden (pol, polleke, poeleke] [N 10 (1961)] III-1-1
handen (spotnamen) fikken: fekən (Hamont, ... ), poten: pyət (Hamont, ... ) [N 10 (1961)] III-1-1
handgeld handgeld: ps. omgespeld volgens Frings.  hāntgēͅlt (Hamont) eerste geld dat iemand ontvangt voor zijn waren [handsgeld?] [N 21 (1963)] III-3-1
handhamer gewone hamer: gǝwuǝnǝ hāmǝr (Hamont  [(Eisden)]   [Eisden]), lichte hamer: lextǝ hāmǝr (Hamont  [(Eisden)]   [Eisden]) [N 95, 742; monogr.] II-5
handig handig: hénnəch (Hamont) handig III-1-4
handkar stootkar: stuǝtkɛ̄r (Hamont) Tweewielige kar die men met de handen voortduwt of trekt. Deze kar heeft twee bomen en zijplanken. [N 17, 15a; N G, 51; JG 1a + 1b; A 42, 4; monogr.] I-13
handlamp putlamp: pøtlāmp (Hamont  [(Eisden)]   [Emma, Maurits]) Elektrische handlamp, bestaande uit een pot, waarin een accu is ondergebracht en een kopstuk met een gloeilamp. [N 95, 251; monogr.] II-5