| 19053 |
kennen |
kennen:
kénnə (L286p Hamont)
|
kennen; van buiten kennen
III-1-4
|
| 21283 |
kerel |
kerel:
des ne rauwe kèrel (L286p Hamont),
des ne rouwe kèrel (L286p Hamont),
deͅsnə roͅwə kēͅrəl (L286p Hamont),
kēͅrəl (L286p Hamont),
kɛ.rəl (L286p Hamont),
vent:
das ne rauwe vent (L286p Hamont)
|
dat is een ruwe kerel [ZND 42 (1943)] || Een sterke kerel [ZND 27 (1938)] || kerel [RND]
III-3-1
|
| 29111 |
keren |
draaien:
drɛ̄i̯ǝn (L286p Hamont),
drẽ̜jǝn (L286p Hamont)
|
Als men heen en weer ploegt, moet men aan het einde van iedere voor het (de) paard(en) met de ploeg laten draaien, om langs de juist geploegde voor verder te ploegen. Bij de modernere wentelploegen wordt bij het draaien het dubbele ploeglichaam omgekeerd. Bij de oude keerploeg moest men bij het keren het riester en gewoonlijk ook het kouter omzetten. [N 11, 63; N 11A, 98f + 98g + 123c; JG 1a; div.; monogr.] || Omkeren van de stof van een oud kledingstuk, zodat het er weer fatsoenlijk uitziet. In L 27, 74 is gevraagd naar het keren van een jas. [N 59, 190b; N 62, 21a; L 27, 74; MW]
I-1, II-7
|
| 23214 |
kerk |
kerk:
hēͅi̯ was te vry(3)̄x en də kɛ̄rək (L286p Hamont),
hēͅi̯ was tə vryx} ende keͅrk (L286p Hamont)
|
te vroeg in de kerk zijn [N 08 (1961)]
III-3-3
|
| 20256 |
kerkhof |
kerkhof:
hət kɛrkəf (L286p Hamont)
|
Kerkhof. [ZND 14 (1926)]
III-3-3
|
| 23298 |
kerkklok |
klok:
de slinger van n klok (L286p Hamont),
də klēpel vannə klok (L286p Hamont)
|
De klepel van de klok. [ZND 28 (1938)]
III-3-3
|
| 24182 |
kerkuil |
kerkuil:
tyto alba
keͅrəgyl (L286p Hamont)
|
kerkuil
III-4-1
|
| 22803 |
kermis |
kermis:
in kaermus (L286p Hamont),
kERmes (L286p Hamont),
kerəməs (L286p Hamont),
mergen is `t kerremes (L286p Hamont),
meurgen ist kèrmes (L286p Hamont),
morgen is `t kerremes (L286p Hamont),
murgen is het kermis (L286p Hamont),
mørgən ist keͅrmis (L286p Hamont),
mərgən ist kèrmis (L286p Hamont)
|
kermis [GTRP (1980-1995)] || Kermis. [Willems (1885)] || Morgen is het kermis. [ZND 39 (1942)]
III-3-2
|
| 22462 |
kermisgeld |
kermiscenten:
Sub kermis.
kermiscenten (L286p Hamont),
kermisgeld:
Sub kermis.
kermisgeld (L286p Hamont)
|
Kermisgeld.
III-3-2
|
| 34077 |
kern |
vleeshoorn:
vleshōrǝn (L286p Hamont)
|
Uitsteeksel dat komt bloot te liggen, wanneer de koe een hoorn afstoot. [A 4, 15; L 20, 15]
I-11
|