e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L286p plaats=Hamont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
knikken vouwen: fáwǝ (Hamont  [(Eisden)]   [Zolder]) Gezegd van een stijl die door te zware belasting doorbuigt. [N 95, 357; monogr.] II-5
knikker huif: hyf (Hamont), spølə meͅ də hyvə (Hamont), , /  huven (Hamont, ... ), B.v. Kom, we guen mè de huven speulen!  huuf (Hamont), Uit het Waals hîfe. Zie dr. J. Leenen: Feestbundel H.J. Van de Weyer, deel II, blz. 113-120.  hy(3)̄f (Hamont), knikker: Zie ook HUIF en KLOS.  knekər (Hamont) / [SND (2006)] || Huif: (lemen) knikker. || Huif: knikker. || Jongens spelen met de knikkers. [ZND 01u (1924)] || Knikker. || Knikker: de kleine (van steen of glas). [ZND 16 (1934)] || knikkers [SND (2006)] III-3-2
knikkeren huiven: huven (Hamont), B.v. Gi hoeft nè/nie te huven, as ge nè tigge verlies kunt!  huvən (Hamont), Kom, we gaan huiven.  hy(3)̄və (Hamont), knikkeren: Zie ook HUIVEN en KLOSSEN.  knekərə (Hamont), met de huiven spelen: spølə meͅ də hyvə (Hamont) Huiven: knikkeren. || Huiven: met de knikkers spelen. || Jongens spelen met de knikkers. [ZND 01u (1924)] || Knikkeren. || Lievelingsspel 2. [SND (2006)] III-3-2
knikkeren: met grote knikkers ~ klossen: B.v. Guen we nog-es klossen? Zie ook huiven.  klossən (Hamont), We gaan eens klossen (met kloskens spelen).  kloͅsə (Hamont) Klossen (II): met kloskens spelen. || Klossen: knikkeren. III-3-2
knikkers laten rollen trullen: B.v. Hij trulde de huven (knikkers) achterie-j-en wèg.  trullən (Hamont), Hij trulde de knikkers achtereen weg.  trølə (Hamont) Trullen: lan[g]zaam en voorzichtig rollen, doen rollen. || Trullen: rollen, doen rollen. III-3-2
knipogen een oogje knippen: n eugske knippen (Hamont), een oogje pitsen: ən ø͂ͅchskə petsən (Hamont), plimperen: Vernl. plimperen.  pleemperen (Hamont) knipogen (een oog dichtdoen als teken van verstandhouding) [ZND 28 (1938)] || knipperen met de ogen III-1-1
knoeien, morsen, bevuilen besmodderen: besmodderen (Hamont), besmoddərən (Hamont), vuil maken: vul moaken (Hamont) bevuilen [ZND 32 (1939)] III-4-4
knoeier lapzwans: VD "vent van niks  làpswans (Hamont) nietswaardige kerel III-1-4
knoest knoest: knust (Hamont) knoest III-4-3
knoflook bol look: nə bōͅl lūək (Hamont), knoflook: knoflouf (Hamont) look [ZND 01 (1922)] I-7