e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L286p plaats=Hamont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
korte overjas jekker: jeͅkər (Hamont) overjas, korte ~ [jekker, joep, stoep, baadje] [N 23 (1964)] III-1-3
kortwieken kortvleugelen: kortvleugelen (Hamont), kortwieken: kǫrtwikǝn (Hamont), leewieken: lēu̯wikǝn (Hamont) Men kort de vleugels van een kip, opdat ze niet kan wegvliegen. Een object ''kip'' of ''vleugels'' is niet gedocumenteerd. [N 19, 53; S 19; L 28, 35; L 1a-m; monogr.] I-12
kossem lel: lɛl (Hamont) Huidplooi of kwab onder de hals van een rund. [N 3A, 107] I-11
kosten doen: ps. omgespeld volgens Frings.  wa dyn zə (Hamont) Kosten, waard zijn; "wat kosten de biggen tegenwoordig?"[doen, uitdoen, gelle, gelden, gille? "wat gelle de baggen?"] [N 21 (1963)] III-3-1
koster koster: de keuster (Hamont), de koster (Hamont), de kusser (Hamont), də kø͂ͅstər (Hamont), də kəster (Hamont) Koster. [ZND 37 (1941)] III-3-3
kostganger kostganger: kostgeͅnger (Hamont), kōͅstgeͅŋər (Hamont) een kostganger (die bij anderen inwoont) [ZND 28 (1938)] III-3-1
kostschool pensionaat (<fr.): pensionaot (Hamont, ... ), pensionoat (Hamont) kostschool [ZND 40 (1942)] III-3-1
kotelet, ribstuk karbonade: kerbə’noͅəj (Hamont), kɛrmə’nōͅi (Hamont), Syst. Frings Mnl.  kɛr(ə)mənoͅ(i̯)i̯ (Hamont), kɛrmənoͅi̯)ən (Hamont), kotelet: koͅ.təleͅtə (Hamont) Carbonade (krep, kermenaoj?) [N 16 (1962)] || gebraden varkensrib (karbonade) [ZND 49 (1958)] || karbonaden [Goossens 1b (1960)] || koteletten [Goossens 1b (1960)] III-2-3
koud, mistig en somber weer mistig (weer): mēstex (Hamont), moklucht: moͅkloxt (Hamont), vervelend weer: vərveͅlənt weͅr (Hamont) mistig, heiig [herig, domig, dompig] [N 22 (1963)] || mistige lucht [mok-, motlocht] [N 22 (1963)] || triest, stil weer [koereloeke] [N 22 (1963)] III-4-4
koude drukte maken veel beschaar maken: vøl bescher maken (Hamont), vøl bəschēͅr maken (Hamont) veel beslag, ophef maken over een zaak [ZND 32 (1939)] III-1-4