e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L286p plaats=Hamont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
okkernoot noot: nōət* (Hamont) noot I-7
oksaal doksaal: e schwōn dokzoal mē ne nowen ūrgel (Hamont), ə schwoͅn daksōͅl meͅ nə noͅwən øͅrgəl (Hamont), hoogzaal: e schoin hoewegzaol (Hamont), het hoegzaol is schoin (Hamont), i schwon hogzoal (Hamont), oksaal: e schwon okzoal (Hamont), ə sxwoͅn oͅkzōͅl (Hamont), verhoog: verhoeg (Hamont) Een schoon (d)oksaal (waar het orgel zich bevindt in de kerk). [ZND 39 (1942)] || Een schoon oksaal met een nieuw orgel. [ZND 05 (1924)] III-3-3
oksel oksel: oksəls (Hamont), oͅksəls (Hamont) oksel, oksels [oksel, okselschrooi, hoksel, hoks] [N 10 (1961)] III-1-1
olie olie: olie (Hamont) olie; Hoe noemt U: De vette vloeistof die b.v. gebruikt wordt bij het aanmaken van sla of het braden van vlees (smout, olie) [N 80 (1980)] III-2-3
oliebol smoutebol: Syst. Frings  smōͅu̯təbōͅl (Hamont, ... ) Oliebol (nonnevot?) [N 16 (1962)] III-2-3
oliekoek krentenkoek: Syst. Frings  krēntəkuk (Hamont) In raapolie gebakken ronde koek van meel, krenten en eieren (oliekoek?) [N 16 (1962)] III-2-3
omheinen afmaken: āfmākǝ (Hamont), āfmākǝn (Hamont) Iets omgeven met een omheining, meest van toepassing op een weiland. [N 14, 63; L 32, 45; A 25, 9; Gwn 16, 11; Vld.; monogr.] I-8
omheining tuin: tūn (Hamont) De omheining in het algemeen. [N 14, 62; N 14, 67; S 11, 13; L 19B, 5a; A 25, 5; RND 8, 20; Gwn 16, 11; monogr.] I-8
omslagdoek (alg.) neusdoek: nøzək (Hamont), Vervorming van neusdoek.  nuzzek (Hamont), Wordt tegenwoordig niet veel meer gebruikt.  nøzək (Hamont) doek die vrouwen om hals en schouder geslagen dragen || neusdoek || schouderdoek, wollen ~ of omslagdoek, soms ook wel over het hoofd gedragen [neus-, nuisdook, nuizek, nuzzing, plak, plaggen, sjelon, falie] [N 23 (1964)] III-1-3
omwalde akker ingesloten akker: ingesloten akker (Hamont) Een akker welke omsloten is door een akkerwal, een brede gracht of door bossen. [N 11, 2e; N 11, 2f; N 27, 3b; A 10, 4; monogr.] I-8