e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L286p plaats=Hamont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
proces-verbaal proces-verbaal: ge kricht ə proseͅs vərboͅ[ə}l (Hamont), gé kriegt ē proces-verboël (Hamont), ze maken och ē proces-verboal (Hamont) Proces-verbaal. [ZND 05 (1924)] III-3-1
produktiegereed klaar: klǭr (Hamont  [(Eisden)]   [Maurits]) Gezegd van een pijler die gereed is om in produktie gebracht te worden. [N 95, 198] II-5
proeven proeven: prūūven (Hamont), pryvən (Hamont, ... ) proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)] || proeven; Hoe noemt U: Een kleine hoeveelheid voedsel of drank in de mond nemen om te onderzoeken hoe het smaakt (keuren, proeven) [N 80 (1980)] III-1-1, III-2-3
profiteren gebruik maken: van de gelegenheid gebruik maken (Hamont, ... ), profiteren: prófĭĕtêêrə (Hamont), van de kaans profiteeren (Hamont) profiteren || Van de gelegenheid (occasie) profiteren. [ZND 40 (1942)] III-1-4
pronkveer op een hoed pluim: ploem(en), plymke (Hamont) Pluim, pluimpje. [ZND 05 (1924)] III-1-3
proosten klinken: klinken (Hamont) proosten; Hoe noemt U: De glazen tegen elkaar aanstoten als teken dat men elkaar veel goeds toewenst (knutsen, klinken, proosten) [N 80 (1980)] III-2-3
proppenschieter propjesschieter: /  prupkesschieter (Hamont, ... ), rabuis: en robbəs (Hamont), robb`s (Hamont), ən robəs (Hamont), B.v. Kunde mich gènne robbes maken?  robbəs (Hamont), Uit roerbus? (tautologie van buis + pijp). J.L. Pauwels, HCDT XXV, 1951, blz. 338.  roͅbəs (Hamont) Een klakkebus (cilindervormig kinderspeeltuig van uitgehold vlierout, waarmede een prop wordt weggeschoten). [ZND 08 (1925)] || Klakkebus; cilindervormig kinderspeeltuig van vlierhout. [ZND 15 (1930)] || proppenschieter [SND (2006)] || Robbus: proppenschieter. III-3-2
provisiekast, etenskast broodkast: brūədkas (Hamont), broodschap: bruədsxap (Hamont), kast: kas (Hamont), keukenkast: køkənkas (Hamont), schap: sxāp (Hamont) een schaprade, schapraai (etenskast) [ZND 06 (1924)] || spinde [ZND 07 (1924)] III-2-1
pruik pruik: pry(3)̄k (Hamont) pruik III-1-3
pruim pruim: proem (Hamont), prum (Hamont), prum* (Hamont), reine claude (fr.): cf Pauwels, Aarschot, p.135, 138 en 189.  regəlōət* (Hamont), sjiek: siek (Hamont) [ZND 34 (1940)]pruim || pruim, soort || tabakspruim I-7, III-2-3