e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L286p plaats=Hamont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
speelman, klapspaan klapspaander: klapspaander (Hamont) Aan het staakijzer bevestigde houten of ijzeren lat of van armen voorziene ijzeren kop waarmee het schoen in schuddende beweging wordt gehouden. In P 55 had de as vier vlakke kanten. In P 58 en Q 83 waren er respectievelijk vier tappen (tapǝ) en vier tanden (tān) of knotsen (knotsǝ) aan de kop bevestigd (Vanderspickken, pag. 112). De wippelaar uit Q 9 bestond uit hout met leer ertegen. [N O, 14n; A 42A, 18; N D, 32; Vds 150; Jan 157; Coe 138; Grof 159] II-3
speen van de koe deem: dē.m (Hamont), dēm (Hamont) [N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.] I-11
spek spek: spɛk (Hamont, ... ), verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  speͅk (Hamont) spek [Goossens 1b (1960)], [ZND 23 (1937)] III-2-3
spekpannenkoek spekkoek: met boekweitmeel en spek  spekkoek (Hamont), Syst. Frings  speͅkkuk (Hamont, ... ) In raapolie gebakken ronde koek van meel, krenten en eieren (oliekoek?) [N 16 (1962)] || pannenkoek [ZND 40 (1942)] || Spekpannekoek (spekbraoj?) [N 16 (1962)] III-2-3
spel (alg.) spel: e speuhl (Hamont), speul (Hamont), Ik ken nog een schoon spel.  sp"l (Hamont) spel [GTRP (1980-1995)] || Spel. [Willems (1885)] III-3-2
speld speld: speͅl (Hamont), spelde: spęl (Hamont), spɛl (Hamont) Puntig, van een kop voorzien metalen stiftje om iets in weefsel vast te steken of te bevestigen op of aan iets anders. [N 62, 50a; L 7, 20; L 14, 24; L B1, 73; R 14, 8a; MW; Wi 7; S 34; monogr.] || speld II-7, III-1-3
spelden vastspelden: vasspęlǝ (Hamont) Met spelden stukken kleding of panden aan elkaar vastspelden. [N 59, 74; L 7, 20; S 34] II-7
spelen (alg.) spelen: ech sp"l, hej sp"lt, we sp"lə (Hamont), ich sp"l, hij sp"lt, we sp"len (Hamont), speuhlen (Hamont), speulen (Hamont), Kom we gaan buiten spelen. Troef spelen...  sp"lə (Hamont) Ik speel, hij speelt, wij spelen. [ZND 07 (1924)] || spelen [GTRP (1980-1995)] || Spelen. [Willems (1885)] III-3-2
spelletje partijtje: Sub partij: Een partijtje biljarten.  pərteijke (Hamont), spelletje: Sub spel.  spøləkə (Hamont) [Spelletje]. || Spelletje. III-3-2
spenen spenen: spiǝnǝn (Hamont), van het paard zetten: van t pē̜rt zętǝn (Hamont) Het veulen het zuigen ontwennen. [JG 1a, 1b; N 8, 59] I-9