e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Hamont

Overzicht

Gevonden: 4263
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gemeen gemeen: ook materiaal znd 23, 79  gəmīi̯ən (Hamont) gemeen (smerig, slecht) [ZND 01 (1922)] III-1-4
gemeente gemeent: gəmänt (Hamont) gemeente [ZND 24 (1937)] III-3-1
gemeentehuis gemeentehuis: gəmäntənhūs (Hamont) gemeentehuis [ZND 24 (1937)] III-3-1
gemeenteweide gemeentewei: gǝmęntǝwē̜i̯ (Hamont), gemeentswei: gǝmentswē̜i̯ (Hamont) Weiland dat eigendom is van de gemeente. Een woordtype als vrijwei duidt erop dat men hier als kleine of arme boer zijn koeien vrij kon laten grazen. De informanten van Horn (L 325) en Maasbracht (L 377) zeggen echter dat men eertijds op gemeentewei de koeien kon laten grazen tegen een jaarlijkse vergoeding. [N 14, 60; A 10, 4; N 18, add.; monogr.] I-8
gemene vrouw canaille (fr.): kernallie (Hamont), kərnalĭĕ (Hamont), feeks: feeks (Hamont), heks: heks (Hamont), kwaad wijf: dezə kāt wīf (Hamont), kwade heks: tes en koaj häks (Hamont), kwade teef: kòj teef (Hamont), serpent: sərpéént (Hamont) canaille; helleveeg || Dat is een kwaad wijf. [ZND 08 (1925)] || een kwade vrouw || feeks van een vrouwmens || helleveeg || scheldnaam voor rouwen || t Is een venijn (kwaad wijf). [ZND 08 (1925)] III-1-4
genezen genezen: genāēzen (Hamont), wèr genezen (Hamont) genezen [ZND m] || hij is weer op zijn effen (weer genezen) [ZND 34 (1940)] III-1-2
gepachte hoeve, pachtgoed gedoen: [gedoen] (Hamont), pachtgoed: pāxt˲gut (Hamont) Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1] I-6
gepensioneerd (zijn) gepensioneerd: znd 35, 65  gəpesjəneerd (Hamont) gepensioneerd; hij is -; op pensioen gesteld [ZND 35 (1941)] III-2-2
geprimeerde stier prijsstier: prī.sstīr (Hamont) Stier die prijzen en andere bekroningen heeft behaald. [JG 1a, 1b] I-11
geraamte geraamte: gəramtə (Hamont) een geraamte [ZND 01u (1924)] III-1-1